De Belgische olympische sporters hopen voorrang te krijgen bij het vaccineren tegen het coronavirus, maar de Belgische overheid heeft daarover nog geen beslissing genomen. Dat meldt persbureau Belga. Belgische media meldden zaterdag dat er vergeefs is gepleit voor versnelde vaccinatie.
Het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC) bevestigde dat er een onderhoud is geweest met minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke en premier Alexander De Croo. “Het was een heel constructief en goed gesprek”, zegt een woordvoerder van het comité. “Wij ontkennen ten stelligste dat er al een beslissing is genomen over vaccins voor de atleten. We hopen natuurlijk dat er op korte termijn duidelijkheid wordt geschapen want het belangrijkste is dat de atleten zich in alle rust kunnen voorbereiden op de Olympische Spelen.”
Het BOIC heeft wel een mail gestuurd naar de atleten en hun begeleiders met de boodschap dat ze zich kunnen inschrijven op de algemene reservelijst. “Maar die staat los van het onderhoud dat we hebben gehad”, aldus de woordvoerder.
Sinds begin dit jaar probeert het BOIC bij de overheid aandacht te vragen voor de specifieke situatie van de atleten, die door hun sport en hun reisbewegingen een grotere kans op besmetting lopen. Om de Belgische sportlui te beschermen zouden zo’n vijfhonderd vaccins volstaan. Idealiter zouden de olympiërs volgens BOIC-hoofdarts Johan Bellemans volgende week al hun eerste inenting moeten krijgen.
Het Nederlandse NOC*NSF heeft geen voorrang gevraagd voor de olympiërs. De sportkoepel gaat er nog steeds vanuit dat de sporters tijdig zijn gevaccineerd volgens de prikschema’s van de overheid.