Fietsvirus leidt Wouter Bos naar voorzitterschap wielerbond

Foto: ANP

Een bloedfanatieke hobbyfietser was Wouter Bos al. De voormalig PvdA-leider werd maandag benoemd tot voorzitter van wielerbond KNWU. Bos (58) maakte indruk bij de vertrouwenscommissie die met meerdere kandidaten sprak. “Ik wil dit graag doen, was gemotiveerd en had me goed voorbereid.”

Bos volgt Marc van den Tweel op, die al na een paar maanden vertrok om algemeen directeur van sportkoepel NOC*NSF te worden. Het aantreden van zijn voorganger ging gepaard met kritiek over een gebrek aan wielerachtergrond. Bij Bos en zijn sportieve voorkeuren komt bij veel mensen toch vooral Feyenoord bovendrijven. “Die liefde is er nog steeds. Alleen ik voetbal niet en fiets wel fanatiek. Mijn filosofie en die van de mensen van de KNWU is dat bestuurlijke achtergrond op dit moment belangrijker is dan een verleden in de wielersport.”

Bos was nog politicus – hij was onder meer minister van Financiën in het kabinet-Balkenende IV – toen hij van zijn vrouw een racefiets cadeau kreeg. “Daarbij zei ze dat ik gezonder moest gaan leven. Sindsdien heeft het virus me te pakken.” Passief volgde hij de wielersport al veel langer. Inmiddels fietst hij zo’n 100 tot 150 kilometer per week. Een nieuwe fiets (“de derde”) komt er zeker aan. Met schijfremmen dan. “Afgelopen zomer in Spanje voelde afdalen bij 20 procent niet lekker op die remblokjes.”

Het voorzitterschap is een onbezoldigde functie. Bos is in het dagelijks leven topman van Invest-NL, een investeringsmaatschappij gericht op duurzaamheid en innovatie. “Ik raad iedereen aan om naast een betaalde baan ook vrijwilligerswerk te doen. Daar word je geen slechter mens van en het is ook goed voor de samenleving.”

De commissie was aangenaam verrast over de aanbevelingen die Bos deed, nog voor de keuze op hem viel. Zelf vond hij het niet meer dan normaal “heikele issues” te benoemen in het sollicitatiegesprek. Het betrof bijvoorbeeld het vrijwel ontbreken van Nederlanders in besturen en commissies van internationale wielerbonden. “We zijn wel eens sterker vertegenwoordigd geweest.” Hij noemt het belangrijk; uit het oogpunt van het binnenhalen van grote evenementen, maar ook om de belangen van de sporters te behartigen.

De medailleoogst in Tokio bevestigde dat de topsport binnen de KNWU er goed voorstaat. “De uitdaging zit ‘m in het vasthouden en verbeteren.” Daarbij denkt hij aan het faciliteren en het in beeld brengen van jonge talenten. “Het gaat al lang niet meer op de traditionele manier. Je ziet wegrenners uit een andere discipline instromen en nieuwe wielertakken populair worden, zoals BMX en offroad. Dat vraagt om meer faciliteiten bij verenigingen.”

Topsport is het uithangbord voor de breedtesport, beseft Bos. “Om kinderen aan het fietsen te krijgen, om bij de overheid dingen voor elkaar te krijgen en sponsors binnen te halen.” De financiën zijn een aandachtspunt, na een periode van anderhalf jaar waarin vanwege corona amper wedstrijden plaatsvonden en de bond inkomsten misliep. Geld is nodig om de successen een vervolg te geven. Zonder beeldbepalende toppers zijn de plannen een stuk lastiger uit te voeren. Bos hoorde al eens dat bij Jumbo-Visma de zorg heerst dat er in de jeugd geen potentiële opvolger van Tom Dumoulin rijdt. “Ik zou het fantastisch vinden als het lukt om samen met ploegen als Jumbo de talenten te vinden die in staat zijn een grote ronde te winnen.”