Wielertalent Arensman cijfert zich in Giro nog weg voor Bardet

Foto: ANP

Thymen Arensman liet er woensdag, twee dagen voor de start van de Giro d’Italia in Boedapest, geen twijfel over bestaan. Een goed klassement is iets voor de toekomst, de rol van de 22-jarige wielrenner uit Beesd is een dienende. Zijn ploeg DSM zet alles op de Fransman Romain Bardet, die het niveau lijkt te hebben waarmee hij jaren geleden podiumplaatsen behaalde in de Tour de France.

“Nee, het jongerenklassement is geen doel”, zegt Arensman, die onlangs nog wel de bijbehorende witte trui mee naar huis nam uit de Tour of the Alps. In die vijfdaagse van voornamelijk bergritten won Bardet, het tweetal is dit jaar onafscheidelijk. Samen reden ze ook de UAE Tour en Tirreno-Adriatico, waar Arensman de op één na beste jongere was na rondewinnaar Tadej Pogacar. In vroeger tijden, toen Nederlandse wielerfans minder verwend waren, was hij al lang tot toekomstig Tourwinnaar bestempeld. Een zwaarwegend lot dat onder anderen Pieter Weening en Bauke Mollema trof.

Arensman houdt de verwachtingen bij zijn Girodebuut liefst laag. “Misschien kan ik zelf ooit voor een klassement gaan”, klinkt het in de perszaal in Boedapest waar hij en Bardet de pers via een videoverbinding toespreken. Maar onder de radar blijven valt niet mee als je derde wordt in de afsluitende tijdrit van de Vuelta, als je in een tijdrit in de Tirreno zesde wordt achter onder anderen wereldkampioen Filippo Ganna, Pogacar en Remco Evenepoel. De belofte was er natuurlijk al met de tweede plaats in de Tour de l’Avenir van 2018. Weer achter Pogacar, de Sloveen die inmiddels twee keer de Tour won.

Met Bardet, met wie hij ook twee hoogtestages belegde, heeft de Betuwnaar een goede leermeester. “In de koers, maar vooral daarbuiten. Het is goed om te zien hoe hij leeft voor de sport. Ik moet mijn weg nog zien te vinden.”

Arensman kan de komende weken zijn hart ophalen. Niet alleen noemt hij de Giro zijn favoriete grote ronde, als voormalig student geschiedenis geldt zijn liefde ook de rijke Italiaanse historie. Die studie zette hij na het behalen van zijn propedeuse stil. “Het waren twee topsporten naast elkaar”, verklaarde hij eerder die stap.

Na het openingsweekeinde in Hongarije volgt de oversteek naar Sicilië en het vasteland van Italië. Een mooi vooruitzicht, vindt hij. Met in zijn achterhoofd de langere tijdrit op de slotdag, een dag dat hij nog wel even voor zijn eigen kans wil gaan. “Maar je moet er eerst wel zien te komen.”