ChristenUnie wil waarborgen van kabinet over handelsverdrag

Foto: ANP

De ChristenUnie wil “waarborgen” van het kabinet over het vrijhandelsverdrag tussen de Europese Unie en Canada (CETA). De steun van de coalitiepartner is cruciaal voor de regering om het verdrag door de Tweede Kamer te loodsen. Het gaat om een inspanningsverplichting, zei Joël Voordewind.

Het verdrag vormt een “stevig dilemma” voor de kleinste regeringspartij, aldus Voordewind. De ChristenUnie stemde in 2016 nog tegen CETA. Alleen de drie andere coalitiepartijen steunen nu het verdrag. Volgens minister Sigrid Kaag (Buitenlandse Handel) zou afwijzing een “blamage” zijn.

Voordewind wilde garanties dat de Europese standaarden behouden blijven, bijvoorbeeld op gebied van voedselveiligheid. Hij wil onder meer dat er gekeken wordt of in Canada extra controles kunnen worden uitgevoerd om te voorkomen dat hormoonvlees richting EU gaat.

Verder mag de overgang naar duurzame landbouw in Nederland niet ondergraven worden door CETA. Ook wil hij zekerheid dat het zogenoemde arbitragetribunaal waarmee investeerders tegen staten worden beschermd, de beleidsvrijheid van het kabinet niet beperkt.

Oppositiepartijen zien de ChristenUnie van standpunt wijzigen. Het zijn loze verzoeken, zei Mahir Alkaya van de SP. “De verdragstekst staat al vast. Waarom is de ChristenUnie gedraaid?” Isabelle Diks (GroenLinks) vraagt zich af wat de waarborgen van de ChristenUnie in de praktijk zullen betekenen.

De Tweede Kamer debatteert woensdag urenlang over het verdrag. Tegenstanders maken zich zorgen dat de voedselveiligheid, dierenwelzijn en rechten van arbeiders worden aangetast. Ook hebben ze hebben bezwaren tegen het arbitragetribunaal.

De PvdA krijgt veel kritiek van de regeringspartijen. De partij was in het vorige kabinet nog voor het verdrag en is nu tegen. De PvdA wil dat er opnieuw met Canada wordt onderhandeld om het verdrag te verbeteren.

Volgens de voorstanders neemt de handel toe door het verdrag omdat importtarieven worden afgeschaft. Ze wijzen er op dat het grootste deel van het verdrag al in werking is getreden zonder veel negatieve gevolgen voor Nederland. Alleen het arbitragetribunaal moet nog van kracht worden.