Advies: ON! en ZWART in publiek bestel, maar met kanttekeningen

Foto: ANP

De omroepen ON! van journalist Arnold Karskens en ZWART van onder anderen rapper Akwasi moeten voorlopig een plek krijgen in het publieke bestel. Dat adviseert de Raad voor Cultuur aan demissionair mediaminister Arie Slob. Het adviesorgaan plaatst wel een zware kanttekening bij de voorlopige erkenning van met name ON!

ON! en ZWART zijn volgens de raad “van toegevoegde waarde, omdat zij een herkenbare stroming vertegenwoordigen, nieuwe doelgroepen bedienen en de verscheidenheid van het aanbod vergroten”. Maar ON! ofwel Ongehoord Nederland moet zich naar de mening van de raad wel distantiëren “van de structurele diskwalificatie van NOS als onafhankelijke nieuwsvoorziening”. Als ON! de NOS stelselmatig blijft beschuldigen van het bewust verspreiden van desinformatie, schrijft de raad, doet de nieuwe omroep afbreuk aan het vertrouwen in het bestel en in de journalistiek in zijn totaliteit.

De raad zegt ook met bezorgdheid te hebben kennisgenomen van het incident waarbij Akwasi een EO-journalist “op onaanvaardbare wijze onder druk heeft gezet om materiaal te verwijderen”. Ook ZWART dient alert te blijven op journalistieke waarden, staat in het advies.

De raad “hecht er sterk aan dat de publieke omroep een podium blijft waar alle mogelijke stemmen gehoord worden”, maar “journalistieke waarden en visies en opinies op basis van feiten” moeten hoge doelen blijven.

De raad zou ook graag onderzoek zien naar de mogelijkheid van een verplichting voor omroepen om de Raad voor de Journalistiek te erkennen en nog een verplichting voor omroepen om een “meer toegespitste” journalistieke code te onderschrijven.

De huidige aspirant-omroepen PowNed, WNL en HUMAN hebben volgens de raad inmiddels hun extra waarde voor het bestel bewezen. In de komende vier jaar moeten zij een samenwerkingsomroep vormen met een van de zes reeds erkende omroepen AVROTROS, KRO-NCRV, BNNVARA, EO, MAX en VPRO.

De raad vreest intussen wel voor “versplintering van het aanbod”. Door onder andere de ontzuiling en de individualisering zijn de doelgroepen en dus de criteria voor toelating van verschillende stemmen niet meer zo duidelijk. Er moeten dus scherpere maatstaven worden opgesteld.

De raad constateert verder onder meer dat wat “de kijker en luisteraar in praktijk krijgt voorgeschoteld minder pluriform is, dan je op basis van de plannen zou verwachten”. Ondanks de verschillen in statuten en plannen is het “in de praktijk door de omroepen verzorgde media-aanbod in toenemende mate op elkaar gaan lijken. Indien deze ‘trek naar het midden’ doorzet, kan dat een risico gaan vormen voor de pluriformiteit en daarmee voor een belangrijk uitgangspunt van het bestel”.