EU-hof: makkelijker asiel voor oorlogsvluchtelingen

Foto: ANP

Het EU-hof in Luxemburg heeft donderdag geoordeeld dat Nederland buitenlandse oorlogsslachtoffers makkelijker asiel moet verlenen. Niet alleen de mate van oorlogsdreiging in het vluchtland moet een criterium zijn voor asiel, maar ook bijkomende levensomstandigheden.

Het EU-hof deed de uitspraak donderdag in een zaak van een Libisch gezin dat in 2018 in Nederland een verzoek om internationale bescherming had ingediend. Het gezin had bij het verzoek gewezen op persoonlijke bedreigingen, maar ook humanitaire omstandigheden genoemd. Onder meer had het gezin geen toegang tot drinkwater en elektriciteit in Libië. Ook waren er zes minderjarige kinderen. Hun beschermingsverzoek werd afgewezen, maar het gezin ging met hulp van advocaten in beroep bij de rechtbank van Den Bosch.

Die Nederlandse rechtbank heeft daarop de Europese rechters om verduidelijking gevraagd van de internationale regels. Is bij de beoordeling voor asiel enkel het oorlogsgeweld criterium voor internationale bescherming of moeten ook andere, humanitaire, omstandigheden meegewogen worden? Het hof is daarover duidelijk: de individuele situatie en persoonlijke omstandigheden wegen mee in de beslissing voor internationale bescherming. Een eventuele lichte beoordeling van het geweld in het vluchtland mag de totale situatie van “reëel gevaar” voor vluchtelingen niet afzwakken.

De uitspraak van het EU-hof geldt niet alleen voor deze Libische familie, maar is ook bindend voor andere zaken van oorlogsvluchtelingen in Nederland en alle andere EU-landen.

Volgens Vluchtelingenwerk Nederland “onderstreept de uitspraak van het hof dat Nederland te streng heeft geoordeeld als het gaat om oorlogsvluchtelingen”. Daarbij zoekt Nederland ook op andere terreinen de grenzen op van hoe streng het kan zijn, zoals beleid over gezinshereniging. Dat vindt de organisatie, die dat wijt aan druk door de politiek voor een streng asielbeleid. “Hoe streng is streng genoeg?”, vraagt Vluchtelingenwerk zich af.