Zuid-Holland legt Chemours weer dwangsom op, nu voor uitstoot gas

Foto: ANP

De provincie Zuid-Holland en het chemische bedrijf Chemours treffen elkaar volgende week dinsdag niet één, maar twee keer in de rechtbank. De provincie heeft Chemours opnieuw een last onder dwangsom opgelegd, dit keer omdat de fabriek in Dordrecht van een bepaalde stof meer dan toegestaan zou hebben uitgestoten. Chemours, dat al langer onder vuur ligt, omdat het de omgeving met schadelijke PFAS-stoffen heeft vervuild, is het daar niet mee eens en heeft een kort geding aangespannen.

Dat dient op 19 december in de rechtbank van Den Haag, aansluitend op een al eerder gepland kort geding tussen beide partijen. Die eerste zaak gaat over de dwangsom die Zuid-Holland afgelopen zomer oplegde, nadat in het afvalwater een stof was aangetroffen waar Chemours geen vergunning voor heeft. Het gaat om trifluorazijnzuur (TFA), een PFAS-verbinding die door het RIVM onder de potentieel zeer zorgwekkende stoffen wordt geschaard.

Chemours zegt wat tijd nodig te hebben om deze stof zo goed mogelijk uit het water te kunnen zuiveren. Het bedrijf wil de dreigende dwangsom van 125.000 euro daarom via de rechter laten opschorten.

De tweede zaak gaat over het laten weglopen van een gas (HCFK-22) uit een opslagtank, in mei van dit jaar. Chemours heeft een vergunning om hiervan jaarlijks maximaal 3,5 ton uit te stoten in dit deel van de fabriek. Tijdens de inspectie en het schoonmaken van een bolvormige opslagtank is volgens de toezichthoudende milieudienst DCMR ongeveer 4,5 ton vrijgekomen.

“Hoewel van deze extra emissie geen directe nadelige effecten te verwachten zijn voor de omgeving, beoordelen wij dit – vanwege de schadelijkheid voor de ozonlaag en het sterke broeikaseffect – als een ernstige overtreding”, aldus het Zuid-Hollands provinciebestuur. Daarom is een last onder dwangsom opgelegd. Die loopt op van 500.000 euro bij de eerste overtreding tot 1,5 miljoen bij een tweede en 4,5 miljoen euro als het drie keer gebeurt.

Een woordvoerder van Chemours zegt dat het bedrijf wettelijk verplicht is om eens per twaalf jaar de opslagbollen vanbinnen te inspecteren. De inhoud daarvan wordt dan overgepompt naar een tijdelijke opslag. Chemours zegt de DCMR vooraf te hebben geïnformeerd over de inspectie en de zogeheten ‘vrijmaakemissie’ die dat met zich meebrengt. “We zijn met alle respect van mening dat de last niet gerechtvaardigd is”, aldus de woordvoerder. Chemours, dat dagelijks enkele kilo’s HCFK-22 uitstoot, vraagt de bestuursrechter daarom om de dwangsom op te schorten.