Gelderland zet regeling voor natuurinclusief boeren al weer stop

Foto: ANP

De provincie Gelderland zet een nieuwe regeling voor natuurinclusief boeren al weer stop. Dertien boeren begonnen vorig jaar aan het programma ‘boeren voor natuur” waarvoor via een subsidieregeling van het Rijk 23 miljoen euro beschikbaar kwam. Gelderland wilde de betreffende ondernemers hiermee gedurende dertig jaar ondersteunen bij het omschakelen naar natuurinclusieve landbouw, wat betekent dat de boeren via diverse maatregelen werken op een manier waar de natuur baat bij heeft.

De provincie kwam er tijdens de uitwerking van het programma echter achter dat één van de voorwaarden voor dit zogeheten SPUK-geld (een specifieke uitkering) is dat alle miljoenen in 2026 uitgegeven moeten zijn. Alternatieven, zoals het geld in een fonds zetten, bleken volgens de provincie niet mogelijk.

De dertien boeren hadden de afgelopen maanden al investeringen gedaan. De provincie gaat met hen in gesprek over de ontstane situatie. Volgens een woordvoerster is nog niet duidelijk hoe de misvatting over de subsidievoorwaarden heeft kunnen ontstaan. Ze wijst op “de complexiteit” van de regels.

“Het is vreselijk jammer dat we met dit programma moeten stoppen” aldus gedeputeerde Harold Zoet (landbouw, BBB). Hij benadrukt dat de omschakeling naar een andere manier van werken tijd kost. “Agrarisch ondernemers hebben langetermijnzekerheid nodig om te weten dat het de moeite waard is om hun bedrijfsvoering aan te passen. Daar moet de overheid bij helpen met langjarige vergoedingen.” Gelderland wilde de deelnemers daarom gedurende dertig jaar financieel ondersteunen.

Tweede Kamerlid Laura Bromet (GroenLinks-PvdA) reageert op X kritisch. “Gelderland gaat achteruit in plaats van vooruit. Ik ga opheldering vragen aan de minister. Natuurinclusief boeren is de enige toekomst.”

Gelderland had met de deelnemers al afspraken gemaakt over “vergaande maatregelen”. Zo zouden ze geen gebruik meer maken van chemische bestrijdingsmiddelen, volledig zelfvoorzienend worden in mest en voer, de grondwaterstanden verhogen en 10 procent van de grond gebruiken voor landschapselementen. Het beschikbare geld wordt nu gebruikt voor andere maatregelen om de natuur te versterken.