OM eist in hoger beroep 3,5 jaar cel om verdrinkingsdood Orlando

Foto: ANP

Het Openbaar Ministerie heeft dinsdag in hoger beroep voor het gerechtshof in Den Haag 3,5 jaar cel geëist tegen de 33-jarige Roy B. uit het Noord-Brabantse Wernhout. Volgens het OM is B. verantwoordelijk voor de dood van de 17-jarige Orlando Boldewijn uit Rotterdam, door niets te doen terwijl de jongen in ijskoud water terecht was gekomen. Boldewijn verdronk. Pas acht dagen later vonden duikers zijn lichaam.

B. had op de avond van 18 februari 2018 een seksdate met het slachtoffer, dat hij daar twintig euro voor zou hebben betaald. B. woonde destijds op een ponton op het water in de Haagse wijk Ypenburg. Hij haalde Boldewijn op met zijn bootje. Het tweetal verbleef ruim drie uur in elkaars gezelschap. Volgens getuigen zou B. die avond drugs hebben gebruikt.

Na de date zou B. Boldewijn weer naar de vaste wal hebben gebracht. Vermoedelijk omdat hij zijn ov-chipkaart bij B. had achtergelaten, kon hij niet terug naar huis. Pogingen om met B. in contact te komen, waren tevergeefs.

Op enig moment is Boldewijn in het ijskoude water terechtgekomen. Hoe, is onduidelijk gebleven. B. beriep zich bij het hof consequent op zijn zwijgrecht, hoewel hij zelf hoger beroep heeft ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. “Ik ben het oneens met het complete vonnis”, zei hij daarover. De rechtbank veroordeelde hem in 2020 tot 44 maanden cel. Twee weken geleden is B. opgepakt in een nieuwe zaak, op verdenking van grooming. Hij is na enkele dagen onder voorwaarden geschorst uit voorarrest.

Het OM meent dat er bewijs is voor de stelling dat B. slachtoffer Boldewijn heeft zien verdrinken. Eerder heeft de verdachte hier wisselend over verklaard, onder meer dat hij in paniek was en daarom niets heeft gedaan en ook 112 niet heeft gebeld. “Hij had hem kunnen redden”, aldus de advocaat-generaal (AG). Ook in de dagen daarna heeft B. niets gezegd. Het lichaam van Boldewijn werd op 16 meter afstand van de ponton van B. gevonden, op ongeveer 3 meter diepte. Volgens het OM is het niet ingrijpen van B. juridisch te vertalen als mishandeling, met de dood als gevolg.

De zaak heeft uitzonderlijk lang gesleept, onder meer door corona en door vertrek en ziekte van verschillende AG’s. De voorzitter van het hof verontschuldigde zich uitvoerig voor de vertraging. “Uiterst pijnlijk voor de nabestaanden en zeer spijtig”, zei hij hierover.