Raad voor Cultuur adviseert over kunstsubsidies door het Rijk

Foto: ANP

De Raad voor Cultuur presenteert woensdagmiddag zijn vierjaarlijkse advies over de toekenning van subsidies door het Rijk aan culturele instellingen. Het gaat dan om subsidie voor de periode van 2025 tot en met 2028 voor podiumkunsten, musea, beeldende kunst, film, letteren, ontwerp ofwel design, ontwikkeling & vernieuwing en ondersteunende organisaties. Het adviesorgaan stelt met het advies voor wie of wat er een plek moet houden of krijgen in de zogenoemde culturele basisinfrastructuur (de bis) en wie of wat niet.

Op Prinsjesdag wordt duidelijk in hoeverre het kabinet dit advies wil overnemen. Kunstenaars en culturele instellingen kunnen ook nog voor bijdragen van de overheid in aanmerking komen via de zes verschillende rijkscultuurfondsen en ook via provincies en gemeenten. Daarover gaat het in dit advies allemaal niet. De fondsen maken hun beoordelingen wel ook woensdag bekend.

Per jaar heeft het Rijk voor de culturele basisinfrastructuur én de fondsen in 2025-2028 bijna 500 miljoen euro beschikbaar. De Raad adviseert alleen over de helft van dit geld, dat rechtstreeks naar de instellingen gaat. Bij de musea gaat het hier om regionale musea, rijksmusea vallen onder de Erfgoedwet.

Het geld dat het Rijk voor kunst en cultuur bestemt, moet volgens de Raad voor Cultuur overigens vanaf 2029 verdeeld gaan worden door één fonds. Dat moet niet alleen landelijk, maar ook per provincie gaan werken en een afdeling Caribisch gebied krijgen. Zo ontstaat een beter overzicht. Daardoor kunnen de verschillende regio’s én de diverse vormen van kunst en cultuur een eerlijker en evenwichtiger aandeel krijgen uit de pot. Het budget moet verder met 200 miljoen per jaar omhoog, vindt het adviesorgaan.