De aandelenbeurs in Amsterdam deed dinsdag een stapje terug. Ook de andere Europese beurzen stonden in het rood. Op het Damrak werd Philips lager gezet na publicatie van de jaarcijfers.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde in de ochtendhandel 0,4 procent in de min op 564,10 punten. De MidKap leverde 0,4 procent in tot 847,44 punten. De beurzen in Londen, Parijs en Frankfurt raakten tot 0,4 procent kwijt.
Philips was de grootste daler bij de hoofdfondsen met een verlies van 2,6 procent. Het zorgtechnologiebedrijf wist in het vierde kwartaal van vorig jaar zowel de winst als de omzet op te voeren. Toch hadden kenners op meer gerekend. Volgens analisten van Goldman Sachs werden de resultaten enigszins overschaduwd door tegenvallende wisselkoerseffecten.
Chipmachinemaker ASML voerde de stijgers aan met een winst van 0,7 procent. Altice won 0,3 procent. Het kabel- en telecombedrijf wil het kapitaal verkleinen door eerder gekochte eigen aandelen in te trekken. Ook gaf Spin-off Research het aandeel een koopadvies. Heineken daalde een fractie. De bierbrouwer gaat volgens de Spaanse zakenkrant Expansión banen schrappen in Spanje.
In de MidKap sloot bouwbedrijf BAM de rij met een min van 2,7 procent. Beursintermediair Flow Traders was de sterkste stijger met een winst van 1,6 procent.
SAP verloor 0,1 procent in Frankfurt na publicatie van de resultaten. Het Duitse softwareconcern boekte iets minder winst dan verwacht. SAP kondigde tevens aan het Amerikaanse cloudsoftwarebedrijf Callidus over te nemen voor 2,4 miljard dollar.
HelloFresh dikte meer dan 8 procent aan. De bezorger van maaltijdboxen mocht in het laatste kwartaal van 2017 wereldwijd bijna 1,5 miljoen huishoudens rekenen tot het klantenbestand. Daarmee was op jaarbasis sprake van een groei met 69 procent. Het bedrijf denkt eind 2018 winstgevend te zijn.
In Zürich klom Swatch 3 procent. De Zwitserse horlogemaker profiteerde van een herstelde vraag in China en heeft zijn winst in 2017 voor het eerst in vier jaar weer zien toenemen. Ook de zwakkere Zwitserse frank hielp mee, want daardoor leverden buitenlandse verkopen in franken meer op.
De euro noteerde vrijwel onveranderd op 1,2350 dollar. Een vat Amerikaanse olie werd 1,3 procent goedkoper op 64,71 dollar. Brentolie kostte 0,9 procent minder op 68,85 dollar per vat.