Jakobsen maakt in kermiskoers einde aan ‘bizarre tijd’

Foto: ANP

Fabio Jakobsen vertrekt maandag met zijn ploeggenoten van Deceuninck – Quick-Step naar Italië voor een stage. In augustus brandt het wielerseizoen na de pauze vanwege de coronacrisis weer los en er moet op hoogte worden getraind. Maar eerst start de regerend Nederlands kampioen zondag in het Belgische Rotselaar in de Grote Prijs Vermarc, een kermiskoers die een einde maakt aan een wielerloze periode. Jakobsen heeft er zin in. “Het is niet de grootste koers van de wereld, maar wel de eerste na een bizarre tijd.”

Zijn laatste wedstrijd – de GP Monseré – won de 23-jarige renner uit Heukelum. Het was 8 maart en de coronacrisis kondigde zich aan. “Je voelde dat er iets aan zat te komen, maar dat het zo lang zou duren voordat er weer gefietst kon worden had ik niet verwacht.” Jakobsen, die zich in 2019 met twee ritzeges in de Ronde van Spanje definitief bij de wereldtop der sprinters voegde, hield de conditie op peil. “Het was vooral zaak mentaal fris te blijven. We wisten dat het seizoen, als het weer op gang zou komen, nog lang gaat duren.”

De komende 2,5 week verblijft hij in een hotel op hoogte in Val di Fassa, van waaruit dagelijks de trainingsritten beginnen. “Ik zal wat meer op het vlakke trainen, maar moet wel elke dag weer de klim maken naar het hotel.” In het najaar wacht hem de Ronde van Polen en later de Giro d’Italia. “Ja, natuurlijk zou ik graag de Tour rijden, maar die is dit jaar voor sprinters erg lastig. De Giro biedt zeker zes kansen. Logisch dat de ploeg mij daar laat starten.”

Jakobsen manifesteerde zich snel in het profpeloton met zeven overwinningen in 2018. De bevestiging volgde vorig jaar met zeven zeges waaronder het Nederlands kampioenschap en de genoemde ritten in de Vuelta. Zijn zege op de slotdag in Madrid ziet hij als een voorlopig hoogtepunt. “Als sprinter ga je naar een grote ronde om ritten te winnen, maar ook om de bergen over te komen en na drie weken de koers af te sluiten. Die ritzege was mijn grootste prestatie.”

Zondag stuurt hij zijn auto naar Rotselaar, waar hij nabij de teambus op een afgesloten terrein parkeert. “Dan omkleden in de bus en verder steeds zo veel mogelijk uit elkaars buurt blijven. Pers en publiek worden op afstand gehouden. Ik denk dat ze via Twitter moeten melden wie er heeft gewonnen.”

Vrees voor de drukte in het peloton heeft hij niet. “Iedereen zal het snel weer in de vingers hebben. Ik zal wel voorzichtig zijn. Het zijn geen standaardwedstrijden. Kermiskoersen worden vaak gebruikt om te trainen, renners vliegen erin zonder vorm van ploegentactiek.”

Over het ingelaste NK, waar hij in augustus alsnog zijn titel verdedigt, is Jakobsen minder enthousiast. “Een soort geasfalteerde veldrit”, noemt hij de wedstrijd met dertig rondjes op en rond de VAM-berg. “Als Mathieu van der Poel meedoet is hij de uitgesproken favoriet.”