Kamminga gaat vrijuit racen voor goud op 200 meter schoolslag

Foto: ANP

Het zelfvertrouwen is groot, de vorm is aanwezig en dus gaat Arno Kamminga donderdag op de Olympische Spelen voor het allerhoogste. “Het is een goed veld in de finale, tussen goud en een achtste plek zal heel weinig zitten. Maar ik ga racen voor goud”, zei de 25-jarige zwemmer, nadat hij zich had geplaatst voor de finale van de 200 meter schoolslag.

Met het zilver van de 100 meter al op zak kan Kamminga naar eigen zeggen vrijuit zwemmen. “Mijn toernooi was überhaupt al geslaagd door hier te zijn. Ik heb het mooi bekroond met een zilveren medaille. Mijn toernooi kan niet meer stuk, ongeacht de race van donderdag. Dat geeft ook wel een bepaalde vrijheid. Daar ga ik nu lekker mee.”

De in Amsterdam woonachtige Katwijker zette in de halve finales met 2.07,99 de derde tijd neer. De Australiër Izaac Stubblety-Cook en de Brit James Wilby waren sneller. Anton Tsjoepkov uit Rusland, met 2.06,12 de houder van het wereldrecord, plaatste zich als zevende voor de strijd om de medailles. Kamminga gaat het in het Tokyo Aquatics Centre ook opnemen tegen de Amerikaan Nic Fink, Matti Mattsson uit Finland, de Japanner Ryuya Mura en Erik Persson uit Zweden. De acht finalisten zaten binnen 1,41 seconde van elkaar.

“Cook doet het echt wel goed en in principe kan Tsjoepkov altijd wat bijzetten in een finale”, zei Kamminga toen hem werd gevraagd naar zijn grootste concurrenten. “Maar ik ben daar verder niet mee bezig, ik focus me op mijn eigen race. Wat ik nu zie, is wat we vooraf al wisten: de grote namen gaan het doen in de finale.”

Zowel in de series als in de halve finales lag Kamminga in het eerste deel van de race over 200 meter voor op het schema van het wereldrecord. “Je hebt maar één doel en dat is erbij liggen in de finale. En dat heb ik gehaald. Het wordt nu vooral een kwestie van mezelf opladen om door die pijn heen te gaan, want het gaat gewoon zwaar worden. Daar heb ik wel zo m’n trucjes voor. Die pijn komt al na zo’n 100 meter, maar dat hoort erbij. Ik vind het ook leuk, het is een spelletje met jezelf. Het is zaak om niet alleen goed te blijven zwemmen, maar ook om boven jezelf uit te stijgen.”