Skjelmose blijft Ayuso nipt voor en wint Ronde van Zwitserland

Foto: ANP

Wielrenner Mattias Skjelmose van Trek-Segafredo heeft de Ronde van Zwitserland op zijn naam geschreven. De 22-jarige Deen behield zijn leiderstrui in de afsluitende tijdrit, waarin hij de zege moest laten aan de Spanjaard Juan Ayuso. De Belg Remco Evenepoel, die in de tijdrit tweede werd op 8 seconden, eindigde als derde in het klassement.

Met zijn winnende tijd passeerde de 20-jarige Ayuso, die de tijdrit begon als de nummer 3 uit het klassement, Felix Gall uit Oostenrijk. Skjelmose wist met een sterk tweede deel in de tijdrit over 25,7 kilometer 9 van zijn 18 seconden voorsprong over te houden. Wilco Kelderman werd vierde in het klassement.

Evenepoel had een dag eerder de zevende etappe gewonnen en was ook de favoriet voor de zege in de tijdrit. Bij het eerste meetpunt was de Belgisch kampioen tijdrijden de snelste, maar pakte hij niet voldoende marge om Ayuso te bedreigen. De Spanjaard bleek daarna sneller, maar de Deen Skjelmose, die aanvankelijk veel tijd verloor, herstelde zich en pakte na de zege in de Ronde van Luxemburg vorig jaar zijn tweede overwinning in een etappekoers.

De Ronde van Zwitserland werd opgeschrikt door het overlijden van Gino Mäder afgelopen vrijdag. De Zwitser bezweek aan de verwondingen van een val in de vijfde etappe van donderdag. Vanwege het ongeval gingen meerdere ploegen en renners van andere formaties niet meer van start.

Ayuso was na de zege in gedachten bij Mäder. “Ik wilde de eindzege aan hem opdragen maar doe dat nu met de ritzege. Je hebt niet echt het gevoel dat je de overwinning wil vieren, maar ik denk dat iedereen zijn allerbeste voor hem heeft gedaan”, zei de Spanjaard die blij was met de ritzege maar ook het klassement had willen winnen.

Skjelmose zei ook dat er veel emoties bij hem loskwamen na de finish. “Gino is dood en ik denk dat alles bij elkaar me heel emotioneel maakt. Voor mij was het het belangrijkste dat de ouders en familie van Gino wilden dat de koers doorging. Dan is dat wat we moeten doen.”