Een echtpaar besluit in september vorig jaar om hun boot te verkopen. Ze plaatsen een advertentie, waarop een man snel reageert dat hij wel interesse heeft. Op 17 september spreekt het echtpaar af in Zwolle om de man te ontmoeten. Ze bespreken de verkoop van de boot en een volgende dag om weer het een en ander door te nemen.
Op 27 september vond de tweede ontmoeting plaats. Hierin werden weer wat afspraken besproken, maar dit keer benoemde de koper ook dat hij graag goud zou willen overnemen en de bootverkopers 4% meer zou betalen. De verkopers geven dan aan dat ze niet bekend zijn omtrent het verkopen/verhandelen van goud en dat ze er niet akkoord mee gaan. Als de partijen weer weg zijn, belt de koper weer op. Hij haalt de verkopers toch over om goud aan hem te verkopen. De verkopers wonen in Duitsland en halen daar goud ter waarde van €30.000. Ze spreken af elkaar te ontmoeten op woensdag 11 oktober in Utrecht.
De verkopende partij heeft het goud in een schoudertas zitten en treffen de koper aan in een restaurant gelegen op het Janskerkhof in Utrecht. Rond 12:45 uur zitten de partijen in het restaurant en vraagt de koper om het goud. Op dat moment laten ze het goud zien en gaat het heel snel. De koper geeft een goed verpakt pakket met geld (wat achteraf blijkt te gaan op nepgeld), waarna hij het goud uit de tas haalt en vervolgens aangeeft het goud eerst te willen controleren in het toilet van het restaurant. Nog voordat een reactie kan worden gegeven op deze actie, is de verkoper al weg onderweg naar toilet. De man bekijkt het pakket met geld, vertrouwt het dan toch niet helemaal en loopt ook naar het toilet. Helaas blijkt dan de koper via een andere uitgang al te zijn gevlogen dan hoe hij naar binnen was gekomen.
De man vastgelegd toen hij naar de slachtoffers buiten het restaurant ophaalde en toen hij naar het toilet zou gaan om de goudstaven te controleren op echtheid. Wie is de man of waar verblijft hij