Terwijl de dagen rond 1 april zich normaal bij uitstek lenen voor allerlei grappen, gebeurt dat dit jaar waarschijnlijk minder als gevolg van de uitbraak van het nieuwe coronavirus. Volgens experts op het gebied van Nederlandse volkscultuur is het moeilijker een goede grap te verzinnen omdat het openbare leven is lamgelegd.
Expert op het gebied van volkstradities Ineke Strouken en etnoloog en hoogleraar Peter Jan Margry herinneren zich geen jaar waarin geen of nauwelijks 1 april-grappen werden gemaakt vanwege de omstandigheden. Het jaar 2020 kan vanwege de unieke situatie echter heel anders uitpakken, denken beiden.
"De 1 april-grap bestaat in Nederland al ongeveer vijfhonderd jaar", vertelt Strouken. "Traditioneel werden mensen voor een onmogelijke boodschap op pad gestuurd op 1 april. Bijvoorbeeld voor een tentsleutel, of een kilo muggentongetjes." Die grappen worden volgens haar tegenwoordig vooral online uitgehaald. Strouken ziet op het internet veel corona-gerelateerde humor langskomen, "maar dat zijn grotendeels éénrichtingsgrappen".
"Een goede grap moet inspelen op wat er leeft en dat vertalen in iets ludieks", vervolgt zij. "En in iets dat verder geen kwaad aanricht." Volgens Strouken is het coronavirus daarom ongeschikte materie voor 1 april-humor. "Je kan bovendien geen mensen op weg sturen. Ook wordt men dus al overspoeld met humor via het internet en hebben mensen andere dingen aan het hoofd."
"De 1 april-grap maakt de laatste jaren een revival door dankzij het gebruik in marketing en reclame", legt Peter Jan Margry uit. "De keerzijde daarvan is dat mensen het soms ook irritant gaan vinden." Bedrijven zullen het volgens Margry mede daarom te riskant vinden om het publiek in deze tijden bij de neus te nemen. "Daarnaast kunnen mensen elkaar nauwelijks in levenden lijve tegenkomen en is de situatie er niet naar om practical jokes uit te halen. Die kunnen al snel misplaatst zijn, of zelfs schrik aanjagen."