Woningcorporaties willen 115.000 betaalbare huurwoningen bouwen in ruil voor een korting op de verhuurdersheffing. Dat is veel meer dan de 80.000 die minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) in mei voorspelde.
Corporaties konden tot 1 juli intekenen op de regeling. Ze hebben vijf jaar de tijd om de woningen daadwerkelijk te bouwen.
Maar Ollongren heeft maandag ook afspraken gemaakt met de gemeenten (VNG) en de branchevereniging van woningcorporaties (Aedes) om de bouw van deze huurwoningen te versnellen. Binnen twee jaar moeten er jaarlijks minimaal 25.000 worden gebouwd.
Verder hebben ze afgesproken om de komende twee jaar 10.000 flexwoningen te bouwen. Dat zijn kleine woningen die snel beschikbaar zijn bijvoorbeeld voor studenten, statushouders en arbeidsmigranten.
De minister komt de VNG en Aedes ook tegemoet door de marktverkenning (waarin een gemeente haar behoefte aan te bouwen vrije marktwoningen aangeeft) tijdelijk buiten werking te stellen. Die zou volgens beide organisaties belemmerend werken voor de bouw van middenhuurwoningen. Ook zou het te veel bureaucratie opleveren.