De 33-jarige Olivier van de G. is veroordeeld tot een celstraf van twaalf jaar en tbs met dwangverpleging voor het doden en misbruiken van de 14-jarige Esmee eind vorig jaar. Volgens de rechtbank Den Haag heeft Van de G. "op afschuwelijke wijze een einde gemaakt aan het leven van een 14-jarig meisje".
Volgens de rechtbank is Van de G. niet schuldig aan moord, omdat hij geen voorbedacht plan had om Esmee te doden. Wel is hij veroordeeld voor doodslag, het wegvoeren van het lichaam, ontucht en het bezit van kinderporno. Volgens deskundigen is Van de G. verminderd toerekeningsvatbaar en is er een groot gevaar voor herhaling. De rechter legt hem daarom ook tbs met dwangverpleging op. "Het is onverantwoord om u zonder behandeling terug te laten keren in de maatschappij", zei de rechter.
Er was een celstraf van veertien jaar en tbs met dwang geëist. Het Openbaar Ministerie had ook een beroepsverbod van vijf jaar voor functies als sportleraar geëist, maar daar gaat de rechtbank niet in mee.
Het slachtoffer werd op 31 december door een groepje sporters aangetroffen in een speelparkje aan de Melchior Treublaan in Leiden. De turnleraar heeft toegegeven dat hij een seksuele relatie had met het meisje uit het Zuid-Hollandse Hazerswoude-Rijndijk en dat zij bij hem thuis in Leiden kwam. Op 30 december kregen ze volgens de verdachte ruzie. De turnleraar zou haar in die ruzie gewurgd hebben, maar Van de G. zegt zich dit moment niet te kunnen herinneren. Toen duidelijk werd dat Esmee vermist was, is de politie die dag nog twee keer bij hem aan de deur geweest, maar Van de G. ontkende het meisje na de middag nog te hebben gezien.
De advocaat van Van de G. noemt de uitspraak "teleurstellend" en zei hoger beroep te overwegen. Tijdens het pleidooi gaf de advocaat aan het verstandig te vinden zo snel mogelijk met de tbs-behandeling te beginnen. Van de G. was in de rechtbank tijdens de uitspraak. Hij had niet willen komen, maar de rechtbank vond dat hij aanwezig moest zijn.