Het Openbaar Ministerie heeft maandag voor het gerechtshof in Den Haag opnieuw een celstraf van twaalf jaar geëist tegen een man die verdacht wordt van betrokkenheid bij het neersteken van een advocaat in Zoetermeer. Het slachtoffer werd op 26 september 2017 in de spreekkamer van haar kantoor met een stanleymes in haar gezicht en hoofd gestoken en raakte daardoor levensgevaarlijk gewond.
Het slachtoffer heeft er blijvende littekens aan overgehouden en heeft haar kantoor, dat zij samen met haar zus runde, moeten opgeven. Een motief voor de aanval is nooit duidelijk geworden. De advocaat-generaal sprak van een "lafhartige aanval" waarbij "tot op de dag van vandaag in het duister wordt getast over een aanleiding". "Een aanslag op een togadrager is een aanslag op de rechtsstaat."
Verdachte Yassine D. ontkent iedere betrokkenheid. Zijn advocaat zegt dat hij geen enkele aanleiding of motief had om het slachtoffer iets aan te doen.
Het hof had de 25-jarige D. eerder al tot bijna tien jaar cel veroordeeld, maar de Hoge Raad oordeelde dat de zaak opnieuw behandeld moest worden. Met D. stonden twee medeverdachten terecht. Die zaken zijn inmiddels wel afgerond. De man die samen met D. van Amsterdam naar Zoetermeer zou zijn gereisd, is veroordeeld tot negen jaar cel. De vermeende chauffeur is vrijgesproken.
Deze chauffeur was maandag opgeroepen als getuige in de zaak van D., maar gaf aan zich eigenlijk niets meer te kunnen herinneren van die rit, hoeveel mensen hij vervoerde en of hij in Zoetermeer was blijven wachten.
De rechters probeerden de getuige ook nog te bewegen "iets meer zijn best te doen". "Ik vind dat u makkelijk zegt dat u het zich niet kan herinneren. Het gaat om een ernstige zaak", zei de rechter tegen de man. De advocaat-generaal sprak van "een volstrekt zinloze verklaring". D. vroeg tijdens het verhoor rechtstreeks aan de getuige of hij hem herkende. "Nee", was het antwoord.
D. heeft een omvangrijk strafblad. Hij is onder meer eerder veroordeeld voor het doodschoppen van grensrechter Richard Nieuwenhuizen in 2012.
Het hof doet op 23 januari uitspraak.