Nederland maakt dit jaar 120 miljoen euro vrij voor humanitaire hulp aan Syriërs, waarvan 20 miljoen in het land zelf en de rest voor Syrische vluchtelingen in Jordanië en Libanon. Voor opvang en hulp in deze twee landen trekt de regering deze kabinetsperiode in totaal ruim 400 miljoen euro uit.
Minister Sigrid Kaag (Ontwikkelingssamenwerking) maakte dat bekend tijdens een grote Syrië-conferentie in Brussel, georganiseerd door de Europese Unie en de Verenigde Naties. Vorig jaar werd 5,6 miljard euro opgehaald, maar dat moet volgens de VN dit jaar meer zijn. Meer dan 13 miljoen Syriërs zijn afhankelijk van humanitaire hulp.
Ook andere landen trokken de portemonnee. Zo zegde Duitsland voor dit jaar 1 miljard euro toe, het Verenigd Koninkrijk ruim een half miljard en België 27 miljoen. De EU draagt 560 miljoen bij voor Syriërs in Jordanië, Libanon en Syrië zelf, ook in de komende jaren. Voor de opvang in Turkije is de komende twee jaar 3 miljard euro gereserveerd. Het geld wordt grotendeels besteed door de VN en maatschappelijke organisaties.
,,We mogen en willen de Syrische bevolking, vluchtelingen en gastlanden Libanon en Jordanië niet in de steek laten’’, aldus Kaag. Net als andere Europese ministers benadrukte zij dat alleen een politieke oplossing het conflict in Syrië kan beëindigen. Velen hamerden op de noodzaak van een wapenstilstand om toegang voor hulporganisaties mogelijk te maken.
De conferentie is ook bedoeld om het vredesproces in Genève onder leiding van de VN nieuw leven in te blazen. Daarvoor is noodzakelijk dat Rusland en Iran druk uitoefenen op Damascus, zei EU-buitenlandchef Federica Mogherini.
Nederland vindt het daarnaast van het grootste belang dat daders van gruwelijkheden in Syrië worden bestraft. Samen met zes andere EU-landen organiseerde Nederland een bijeenkomst om de internationale samenwerking tegen straffeloosheid te versterken, ook met Syrische organisaties.