Het Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam wil dat de Inspectie van het Onderwijs het meest recente rapport over de islamitische middelbare school intrekt en herziet. Ook wil de school een verbod op het openbaar maken van het rapport in de huidige vorm. Dat is de inzet van een kort geding dat donderdag dient in Den Haag.
“De inhoud van dit rapport is op vele punten onjuist, onzorgvuldig, onrechtmatig en in strijd met de wet”, staat te lezen in de dagvaarding. Volgens de school zijn er onder meer geen aanwijzingen gevonden van “ernstige signalen” dat er op de onderwijsinstelling in Nieuw-West sprake zou zijn van een “klimaat gericht op afzijdigheid van de Nederlandse samenleving”.
Volgens de veiligheidsdienst AIVD lopen er mensen op de school rond die de helft van het leerplan aan de salafistische geloofsleer willen wijden. Ook zouden betrokkenen in contact hebben gestaan met het Kaukasus Emiraat, een terreurbeweging die onder meer achter de aanslagen zat in de metro van Moskou in 2010.
De inspectie stelde ook eerder vast dat de directeur-bestuurder van het Haga Lyceum een inkomen had dat boven de wettelijke grens van topinkomens lag. Volgens de school is het rapport van de inspectie echter onvolledig en onjuist over de terugbetaling van het teveel ontvangen salaris.
Het Haga zegt ook dat de financiële continuïteit van de school geen gevaar loopt, in tegenstelling tot wat de inspectie stelt. Volgens de school hanteert de inspectie onder meer de verkeerde financiële kengetallen.
Ook stelt de onderwijsinspectie dat de bestuursleden van het Haga niet over voldoende kennis en ervaring beschikken. ,,Dat oordeel is niet op enige wettelijke norm gebaseerd en in strijd met de vrijheid van onderwijs en de vrijheid van vereniging”, staat in de dagvaarding.
Een woordvoerder van de Inspectie van het Onderwijs liet eerder al weten dat hij niet inhoudelijk wil reageren voorafgaand aan de rechtszaak.