Arnhem mag inwoners een adresgebonden afvalpas laten gebruiken om een ondergrondse vuilcontainer te kunnen openen. Met de inmiddels vernieuwde afvalpas worden adresgegevens van de gebruiker niet langer nodeloos en voor langere tijd opgeslagen.
Dat heeft de bestuursrechter in Arnhem bepaald in een zaak die was aangespannen door Arnhemmer Michiel Jonker samen met de stichting Privacy First. Jonker wilde dat de Autoriteit Persoonsgegevens tegen het gebruik van de pas zou optreden, omdat hij vindt dat zijn privacy wordt geschonden als hij zijn adres moet prijsgeven voor het weggooien van vuilnis.
Jonker wilde ook dat de AP maatregelen zou nemen tegen de ov-chipkaart van Nederlandse Spoorwegen, omdat die ook de privacy zou aantasten. Ook die zaak heeft hij verloren. Hij is teleurgesteld en zegt dat "van de bescherming van privacy van burgers erg weinig overblijft." Hij overweegt in beide zaken in beroep te gaan.
Jonker won in 2017 zijn zaak tegen de Arnhemse afvalpas. De AP legde Arnhem toen een dwangsom op. De gemeente heeft daarna nieuwe software laten maken voor de adresgebonden afvalpassen. Nu is de pas een soort sleutel voor de container. Zodra de container opengaat, verandert het gecontroleerde adres in een geanonimiseerd nummer.
De AP vond die aanpassing voldoende en hief de dwangsom op. Jonker vond dat "heel even opslaan nog steeds opslaan is." De rechter meent echter dat Arnhem zo'n systeem nodig heeft om de wettelijke taak als vuilnisophaler te kunnen uitvoeren. Heel even opslaan is in het algemeen belang, oordeelt hij.
Volgens Jonker fungeert de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) door de uitspraken in beide zaken "als een vergiet met tweehonderd gaatjes. Iedereen kan ergens een algemene doelstelling vandaan plukken. Dit is een vrijbrief voor bijna totale willekeur", zegt hij.