Nederlanders om in de gaten te houden: anti-pestcoördinator en docent Bregje van Goethem

Bregje Goenthem
Bregje Goenthem
Foto: Privé

Ze heeft zichzelf benoemd tot anti-pestcoördinator toen er in 2015 besloten werd dat scholen iets moesten gaan doen tegen pesten. Bregje Goethem was al vertrouwenspersoon, dus ze was de aangewezen persoon voor deze rol. Ze ging op zoek naar een pestmethode voor het voortgezet onderwijs, om er uiteindelijk zelf een te ontwikkelen: Klasse!Dagen. Twee feestelijke dagen, waarbij er gevierd wordt dat leerlingen het fijn hebben met elkaar in de klas.

Wat Bregje gek vond in haar zoektocht naar een pestmethode is dat ze er vrijwel allemaal vanuit gaan dat er gepest wordt en dat dit opgelost moet worden. “Waarom gaan we niet preventief te werk en zorgen we ervoor dat er zo min mogelijk wordt gepest in plaats van pleisters te plakken? Ik ben gaan voortborduren op bestaande methodes en kwam uit op Klasse!Dagen, waarbij klassen twee dagen aan het begin van het schooljaar aan teambuilding gaan doen. Het is belangrijk dat je meteen al een hechte groep creëert die vanuit een positieve benadering met elkaar omgaan.”

De eerste drie weken van een schooljaar worden ook wel de gouden weken genoemd. “Als docent kan je nog een stempel drukken hoe jouw groep gaat functioneren gedurende de rest van het jaar. Een klas gaat door fases heen; eerst kijken ze de kat uit de boom en dan wordt de pikorde bepaald. Als dat niet goed gaat, vallen er al slachtoffers. Je moet in die fase als docent gaan sturen. Vandaar dat het project ergens in de eerste weken plaatsvindt.”

Waarom doe je wat je doet?

“Dat is een hele goeie vraag. Pesten heeft me altijd getriggerd, maar niet omdat ik zelf in het verleden ben gepest. Ik heb in veilige klassen gezeten, maar ik heb het zeker van dichtbij meegemaakt. Ik was altijd heel gevoelig voor wat er met andere kinderen gebeurt. Ik heb pesten altijd afgekeurd, maar had wel het vermogen om me in te leven in zowel het kind dat gepest wordt als de pester zelf. Het boeit mij om te zien hoe mensen in groepen functioneren. Hoe kan je een groepsdynamiek sturen en beter maken? Dat vind ik interessant.”

Hoe is het nu met je?

“We zijn allemaal heel blij dat de Klasse!dagen voorbij zijn, want het is echt even bijkomen. Ik ben mentor, dus ik ben twee dagen intensief met mijn eigen klas bezig geweest. Ze zitten in de fase dat ze bezig zijn met het bepalen van de pikorde, dus dat is best een strijd om daar doorheen te komen. Maar nu zie je langzaam dat het zijn effect heeft, dat leerlingen aan het werk gaan en dat ze op een mooie manier functioneren met elkaar. Ik zie dat de klassen elkaar respecteren zoals ze zijn en ze laten elkaar met rust. Er zou iets meer onderling contact mogen zijn, maar daar wordt aan gewerkt.”

Waarom sta jij in de ochtend op?

“Omdat ik hoop dat ik leerlingen kan ondersteunen om een fijne puberteit te hebben, ook al is het er maar één. Als leerlingen hun middelbare school periode goed doorkomen, dan doen we als leerkrachten iets goeds. Als je hoort wat pesten doet met kinderen, dat vind ik best heftig. Soms hebben ze daar de rest van hun leven last van. Maar ook de kinderen die pesten hebben ondersteuning nodig. Ze kunnen sneller in crimineel gedrag vervallen. Als ik één leerling kan helpen, dat is voor mij een reden om op te staan.”

Hoe zorg je goed voor jezelf als leerkracht?

“Dat is lastig want het onderwijs is een heftige plek om in te werken. Ik kijk altijd waar ik mijn lol uit kan halen. Ik word blij van pubers, dat moet ik me blijven realiseren, ook tijdens de momenten dat ik weleens denk: ik wil ze uit het raam duwen. Ik pak mijn rust, geniet van mijn eigen kinderen thuis en ik sta stil bij waar ik blij van word. Aan sporten kom ik te weinig toe, daarvoor is mijn leven te hectisch. Ik eet wel gezond, daar let ik op. En ik probeer zoveel mogelijk buiten te zijn.”

Waar zou je graag nog een keer willen doen?

“Oh heel veel, ik zou willen reizen en leren. Ik merk altijd dat als ik denk: wat zou ik doen als ik een jaar veel geld zou hebben, dat ik dan allemaal cursussen zou willen volgen en muziekinstrumenten zou willen bespelen. En nog meer leren hoe je mensen kunt helpen. Ik zou zo’n jaar wel blijven werken, maar wel meer de tijd nemen om mezelf te verdiepen om mijn werk nog beter te kunnen doen.”

Welke wijze les heb je recent geleerd?

“Onlangs was ik bij een presentatie over cultuur en de gastspreker zei: harmonie is een reeks van goed opgeloste conflicten. Dat vind ik mooi. Je hebt conflicten nodig om harmonie te bereiken. Ga conflicten dus niet uit de weg, want het kan iets heel moois opleveren.”

Wat kunnen wij van jou leren?

“Ik laat mensen zien dat ze anders naar gedrag kunnen kijken. Achter elk gedrag zit een reden. Als iemand pest, zit daar een verhaal achter. Ik hoop dat ik mensen die bril kan meegeven. Ik merk dat mensen soms pesters vanuit een boosheid benaderen, maar dat is dan een zelfde emotie. Dat is niet de oplossing. Iedereen heeft een verhaal; ga naar de wortel en kijk wat je daar kan veranderen.”

Wat waardeer je aan jezelf?

“Mijn energie, dat ik altijd bezig ben en mijn enthousiasme.”

Stel. je mag een uur met iemand wandelen, wie zou dat zijn en waar zou je het over willen hebben met deze persoon?

“Ik wil wel met de Minister van Onderwijs wandelen, Ingrid van Engelshoven. Dan zou ik het hebben over de bezuinigingen in het onderwijs, maar vooral ook binnen de jeugdzorg. Waarom plakken we zoveel pleisters en beginnen we niet bij het begin? Er wordt altijd naar een probleem gekeken dat we vervolgens willen oplossen, zonder naar de wortel te gaan. Door alle bezuinigingen hebben we alleen maar meer problemen. Waarom richten we ons niet op het voorkomen van die problemen? We mogen veel meer lange termijn gaan denken en bijvoorbeeld voorkomen dat kinderen crimineel worden of niet goed kunnen functioneren. Daar wil ik het wel over hebben.”