Het Openbaar Ministerie wil dat een 61-jarige man uit Oud-Beijerland een celstraf krijgt van zestien jaar en tbs met dwangbehandeling wegens moord op zijn moeder Mona Baartmans (79) uit Delft. Hij wurgde haar in zijn auto op 23 september 2018, omdat hij 40.000 euro van haar geld had vergokt en niet wist hoe hij dat moest terugbetalen. Diezelfde nacht begroef hij haar in een bos in Heinenoord, waar haar lichaam vijf weken later werd gevonden.
Verdachte Ton L. zat toen al als verdachte vast, omdat de politie bloed had gevonden in zijn auto, maar hij ontkende steevast dat hij betrokken was bij haar verdwijning. De politie vond het stoffelijk overschot nadat via het tv-programma Opsporing Verzocht twee tips binnenkwamen over een zwarte damesschoen in dat bos, waarna speurhonden de kuil vonden waarin zij lag. Daarop heeft L. bekend. Hij toonde maandag in de rechtszaal in Den Haag geen emotie of berouw.
Volgens het OM gaat het om moord, omdat L. al ruim vooraf had bedacht dat haar dood een oplossing zou zijn voor zijn schuld en ook spullen had meegenomen om haar te doden. De aanklaagster sprak van een weerzinwekkende daad, die hij koelbloedig uitvoerde.
L. heeft gezegd dat hij haar wurgde met een lange tiewrap die al lange tijd in zijn auto lag, meteen nadat ze waren ingestapt. Daarna duwde hij haar voor de bijrijdersstoel, legde een plaid over haar heen en reed weg. L. weet zeker dat ze binnen twee minuten dood was en dat hij meteen daarna is weggereden.
Maar volgens deskundigen is het niet zeker dat Baartmans toen al dood was. Ze had een pacemaker en die gaf zeker een kwartier later nog een zeer hoge hartslag en ritmestoornissen aan. Volgens het OM kan dat erop duiden dat het slachtoffer iets later is gedood en zich verzette tegen de aanval.
Ook na haar dood handelde hij planmatig, om van haar lichaam af te komen en de politie te misleiden, aldus het OM. Zo reed hij tot vlak bij haar huis in Delft waar hij de batterij en simkaart uit haar telefoon haalde, zodat haar spoor daar ophield. Er werd vergeefs gezocht in de grachten.
De verdediging zei dat L. in een opwelling heeft gehandeld en een lagere straf moet krijgen.
Uitspraak op 28 oktober.