‘Kabinet maakt dezelfde fouten met stikstof’

Foto: ANP

Milieuorganisatie MOB, die eerder het stikstofbeleid van de overheid onderuithaalde bij de Raad van State, stelt dat het kabinet geen lering heeft getrokken uit dit sneuvelen van het zogeheten Programma Aanpak Stikstof (PAS). “Het kabinet maakt weer dezelfde fouten”, reageert de organisatie. MOB is zeker van plan om grote infrastructurele projecten, zoals de verbreding van de A27, juridisch aan te vechten als het zover is.

“Die verbreding is ons een doorn in het oog, die gaan we natuurlijk aanpakken. Het kabinet zegt wel dat er ruimte komt voor dit soort projecten, maar die ruimte is er helemaal niet”, zegt voorzitter Johan Vollenbroek.

Volgens MOB missen de kabinetsplannen een juridische basis. Het idee is dat door diverse maatregelen, zoals verlaging van de snelheidslimiet tot overdag 100 kilometer per uur, de stikstofdepositie in de natuur afneemt. Daardoor ontstaat weer ruimte voor andere activiteiten die leiden tot stikstofuitstoot, zoals woningbouw en de aanleg van wegen. Het kabinet wil dat 30 procent van de ‘winst’ niet wordt gebruikt, zodat de natuur profiteert.

Vollenbroek vraagt zich af “of hier wel een jurist naar heeft gekeken”. Volgens MOB is de snelheidsverlaging “een herstelmaatregel” en kan de stikstofruimte die erdoor ontstaat niet voor andere activiteiten worden gebruikt. De milieuorganisatie is overigens niet van plan tegen woningbouw of onderhoud aan dijken te procederen. “Dat hebben we nooit gedaan en zullen we ook nooit doen”, zegt de voorzitter.

Ook over aangepaste eisen aan veevoer die het kabinet wil doorvoeren is MOB zeer sceptisch. Door bijvoorbeeld voer met minder eiwitten te geven, kan de uitstoot van ammoniak omlaag, redeneert het kabinet. Vollenbroek noemt de stikstofvermindering die het kabinet dankzij deze maatregel voorziet “een slag in de lucht”. Hij wijst erop dat met minder eiwitten de melkopbrengst van koeien zal dalen en boeren daar niet op zitten te wachten.

Het kabinet zegt nog met maatregelen te komen “waardoor het voor boeren aantrekkelijk is om hiermee aan de slag te gaan”.