Simone Middel: “Op een goede dag heb ik twee suïcide gedachtes, op een slechte dag tot wel tweehonderd”

Simone Middel
Simone Middel
Foto: Privé

Op haar vijftiende deed Simone Middel (32) haar eerste suïcide poging. Er volgde er nog vijf. Via school kwam ze bij een psychiater terecht die haar vertelde dat ze al een aantal jaren chronisch depressief was. Haar omgeving dacht dat ze een lastige puber was, omdat ze veel huilde en woedeaanvallen had. Hoe is het om met een psychische kwetsbaarheid mee te draaien in de maatschappij waarin we leven? “Ik zeg altijd: op een goede dag heb ik twee suïcide gedachtes, op een slechte dag tot wel tweehonderd.”

Ze had rond haar twaalfde niet meer zo’n zin om het leven aan te pakken. Mensen denken dan al snel: dat hoort bij de puberteit. Simone, stel je niet zo aan, werd haar verteld. Toen ze vijftien was verhuisde ze met haar familie naar een andere stad (waar woonde je en waar ging je wonen?) en dit was een life event die een grote trigger is geweest. “Achteraf gezien wel goed, want hierdoor ben ik wel bij de psychiater beland.” Toen ze haar eerste suïcide poging deed, was ze er volledig van overtuigd dat ze dood zou gaan. “Als ik nu terugkijk, weet ik dat ik toen niet nog wist hoe het echt voelt om uit het leven te willen stappen. Dat heb ik later pas gevoeld. Ik voelde me rond mijn vijftiende heel ellendig en dat gevoel moest weg. Ik had geen idee wat ik deed. Later waren mijn suïcide pogingen veel bewustere keuzes.”

Boek

Haar boek ‘Hoe het echt was, een verhaal dat vertelt hoe het echt is om te leven als ‘psychiatrisch patiënt’ is onlangs verschenen. Ze wil hiermee duidelijk maken hoe het is om met het stempeltje psychiatrisch patiënt te leven. “Het boek gaat niet zozeer over mijn kwetsbaarheid, en het waarom, maar wel hoe mijn leven is veranderd toen ik patiënt werd. In het laatste hoofdstuk geef ik tips en adviezen voor hulpverleners en naasten.”

Ze is vanaf haar vijftiende in therapie gegaan en had rond haar achttiende haar eerste crisisopname. Het bleek dat de diagnose depressie de lading niet volledig dekte, want ze kreeg ook de diagnose borderline. “Ik ben anderhalf jaar opgenomen geweest. Toen heb ik geleerd wat een persoonlijkheidsstoornis is. Ik zeg zelf tegenwoordig dat ik chronisch levensmoe ben. Ik heb niet zo die wens on te leven, terwijl ik wel gewoon werk, mijn eigen appartement heb, vriendinnen, onlangs nog een vriend en ga zo maar door. Ik doe wat veel mensen van mijn leeftijd doen, maar niemand kan in mijn hoofd kijken. Het ziet er van de buitenkant mooi en leuk uit, maar zulke diagnoses beïnvloeden alle aspecten van je leven.”

Ze heeft op en af medicijnen geslikt en heeft van alles geprobeerd. Momenteel slikt Simone eenstemmingsregulator. “Er is een bekend fenomeen, namelijk dat je de eerste twee maanden van het slikken van een nieuwe antidepressivum al suïcidaal kan worden, ook als je dat nog niet was. Dit kan door de medicatie komen. Heel paradoxaal. Elk medicijn heeft op mij een andere uitwerking gehad. Soms werd ik een clown versie van mezelf. Ik moest alleen maar lachen, terwijl ik me van binnen zo niet voelde. Het is moeilijk om de juiste medicatie te vinden.”

“Het is telkens weer die wens dat dit leven ophoudt”

Soms rijdt ze op de snelweg op weg van werk naar huis. Dan kan ze zomaar de gedachte hebben dat ze hoopt dat de vrachtwagen die ze inhaalt, iets naar links uitwijkt. “Dan word ik geplet. Soms word ik in de ochtend wakker en denk ik: nee, ik wil niet meer. Het zijn gedachtes die voor mij zo gewoon zijn. Ik ga weleens sushi eten met een vriendin en dan kan ik tijdens het eten opeens denken: ik hoop dat dit de laatste keer is. Het is telkens weer die wens dat dit leven ophoudt.”

Simone heeft een tijdje als receptioniste gewerkt. “Toen vertelde ik niets over hoe het met mij ging,  totdat het zo slecht ging, dat het wel moest. Na die opname van anderhalf jaar, ben ik als ervaringsdeskundige gaan werken. Eerst vrijwillig, toen betaald. Een diagnose is dan een pré, maar het val mij op dat ook binnen de psychiatrie je wordt aangekeken op je kwetsbaarheden. Tegen mij werd gezegd: ik moest volledig hersteld zijn, maar wat houdt dat in? Betekent dat nooit meer suïcide gedachtes hebben? Dat ik nooit meer een mes in mijn arm mag zetten? Ik heb in die tijd nog een opname gehad omdat het slecht ging, en daar werd ik wel op aangekeken. Dat kon eigenlijk niet.”

Structuur in werk

Na drie jaar werd haar contract niet verlengd en is ze verder gaan solliciteren. “Uiteindelijk heb ik bepaalde onderwerpen niet meer aangekaart tijdens sollicitatiegesprekken. Er werd mij namelijk een keer gezegd dat ik te open was.” Inmiddels werkt Simone twintig uur in de week als jobcoach bij Jobstap, een stichting die zich richt op mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. “Ik ben inmiddels zestien jaar in therapie. Ik heb in deze baan mijn weg gevonden in wat ik wel en niet vertel. Het gaat goed. Ik heb eindelijk geleerd wat ik nodig heb om mijn werk goed te doen. En ook in de rest van mijn leven. Ik heb ontdekt dat ik zelf moet aangeven wat voor mij belangrijk is. Ik kan wel vertellen dat ik last heb van depressies en het soms moeilijk vind om vol goede moed op te staan, maar een werkgever kan daar niets mee. Maar als ik zeg: ik vind het belangrijk dat ik duidelijkheid heb over mijn werktijden en dagen, dan weet een werkgever: structuur is belangrijk voor Simone.”

Ze vindt het een voordeel dat er meer oog is voor mensen met een rugzakje en dat er wordt gekeken naar hoe mensen met een psychische kwetsbaarheid mee kunnen draaien in de maatschappij. “Je kan het niet alleen doen. Je moet werkgevers hebben die er open voor staan om iemand aan te nemen met een kwetsbaarheid. Mensen gaan er nog te veel vanuit dat what you see is what you get. Mijn buurman heeft niet door dat er iets met mij aan de hand is. Maar wat er achter een voordeur gebeurt, willen veel mensen nog niet zien. En wij laten het ook niet zien. Mijn verhaal is het verhaal van heel veel mensen.”

Durf te vragen

Oordeel niet, dat wil Simone ons meegeven. “Wat ik zou willen? Dat mensen gewoon eens vragen hoe het gaat en luisteren naar het antwoord. Het zit niet in grote dingen, maar durf te vragen, ook als werkgever. Wat heb jij nodig om je werk te doen en om het leuk te blijven vinden? Als ik me heel rot voel en iemand zit naast me en geeft me een kop thee, kan dat er al voor zorgen dat ik het gevoel heb dat ik er mag zijn. Dat ik weet: er is even iemand die naar mij luistert.”

Dit interview maakt onderdeel uit van een reeks interviews in het kader van het vijfde Depressiegala dat in het teken staat van werken met een psychische kwetsbaarheid. Het Depressiegala vindt plaats op maandag 20 januari 2020.