Week van de euthanasie: ”Ik wilde leven en hulp, maar de dood werd me aangeboden”

Manon
Manon
Foto: Privé

Zo’n zes, misschien zeven jaar geleden, terug in de tijd: de zoveelste nieuwe psychiater. Uitgeleefd en moegestreden had Manon een eerste gesprek met hem. Toch weer met moed en hoop: zou hij me willen, kunnen helpen? Na een kort gesprek vroeg hij: ‘Wat dacht je van euthanasie?’.  Al jaren strijdt ze tegen een CPTSS, een complexe posttraumatische-stressstoornis.

Manon: ”De argumenten waren dat hij zag dat ik op was, teveel had meegemaakt om nog zo verder te kunnen leven en er alles aan gedaan had. ‘Ik kan zo een verwijzing voor je schrijven; je komt ervoor in aanmerking.’ Ik was overrompeld. Boos. Ik wist niet wat ik hoorde. Ik kwam bij deze man voor hulp. Ik was op, suïcidaal, maar wilde hulp die ik eigenlijk helemaal nooit gekregen had; namelijk die voor de kern van mijn diepste pijn en verdriet: de traumata, de CPTSS. Mijn geloof in mezelf was weg, maar dat wilde ik terug. Geloof in mij, want dat was iets dat ik kwijt was of eigenlijk nooit had gehad.”

Opgegeven

Manon vraagt zich af: ”Was ik het leven niet waard? Word ik nu zomaar even opgegeven? Ja, ik ben kapot, maar ik wil weer meer heel worden. Ik vraag om hulp om te helen, niet om de dood.”

Op sterven na dood

Bijna drie jaar geleden. Op sterven na dood. De standaard traumatherapieën werkten niet; de methoden bleken er niet genoeg effect te hebben. Negen jaar geleden durfde ik ECT niet aan. Dit keer werd ik voor de keuze gesteld door de psychiater (de baas) in de kliniek: ECT en als dit niet aanslaat ‘mag’/ga je het euthanasie-traject in. Wederom vrij ‘hard’, maar mijn vuurtje was bijna gedoofd. 80(!) ECT-sessies verder was ik eigenlijk nog niet klaar, maar moest stoppen vanwege MDL-problematiek; ik mocht niet meer zo vaak onder narcose. Daarbij zakte de depressiescore amper. Niet zo gek; feitelijk gezien is ECT ook maar symptoombestrijding. ECT gaat je echt niet helpen in het aanpakken van het kernprobleem; in mijn geval de CPTSS.”

Wil om te leven

”Omdat mijn wil te leven zo groot is en ik nog altijd de hoop heb, heb ik (helaas slechts) enkele maanden na deze stop schrijftherapie gehad. Dit werkte wél. Tot zij wegging en ik inmiddels zestien maanden zonder enige vorm van hulp zit. Ook geen overbrugging. En hier zullen nog heel wat maanden bijkomen. Stad en land afgebeld, maar overal non op rekest: te complex, teveel meegemaakt; ik heb alles gehoord. En dat is Nederland. Ja, inhumaan – dat durf ik inmiddels wel te zeggen.”

Euthanasie

”En over euthanasie gesproken; ik ben voor. Maar weloverwogen. Mijn laatste hoop is gevestigd op het traumacentrum met een net wat andere aanpak en als dat niet aanslaat, wordt dat mijn pad. Bovendien ben ik in zo’n 15 jaar ruim 40 mensen verloren door suïcide, eetstoornissen en een enkele door euthanasie. Bizar veel. Gelukkig was dat bij een paar laatste optie dus mogelijk. Maar het is een lang traject. Psychisch lijden is extreem zwaar en eenzaam en ik hoop dat ook déze wachtlijsten korter zullen worden.”

Niet dood

”Máár ik wil voorlopig nog niet dood. Maar als ik nog heel veel langer moet wachten weet ik niet of ik de wachtlijsten überhaupt wel overleef. Die voor mijn traumabehandeling; die voor een euthanasietraject? En dat terwijl ik wil léven. Hoe krom zit de wereld toch eigenlijk in elkaar?”

Dit artikel verscheen eerst op Zwolle Nieuws.