Nederlanders om in de gaten te houden: eindexamen leerling en auteur Hille Steenhuis (17)

Hille Steenhuis
Hille Steenhuis
Foto: Privé

Een paar jaar geleden begon eindexamenleerling Hille Steenhuis (17) een mailwisseling met haar vader Peter Henk, omdat ze zoveel ruzie hadden. Zij was toen 15 jaar oud en had een eetstoornis. Hij ervaarde onbegrip en onmacht, en door te schrijven vonden ze elkaar. Hun mailwisseling is gebundeld in het boek ‘Hongerkop’ dat vanaf 21 maart in de boekwinkels ligt.

De eetstoornis heeft zich langzaamaan ontwikkeld, aldus Hille. Ze fietste op hoog niveau, sportte heel veel en was gevoelig voor foto’s van fit girls op Instagram. En ze zat ook nog in de puberteit. “Het is een tijd waarin veel verandert. Ook dingen waar je geen grip op hebt. Met eten heb je dat wel. Daar kan je controle over hebben; jij bent de baas.” Tijdens een fiets trainingskamp in de Ardenne kon ze niet meekomen met de groep. “Ik werd boos op mezelf, het voelde als falen. Toen ben ik nog harder gaan trainen en extreem op mijn eten gaan letten.”

Toen ze een tijdje in Duitsland verbleef voor een uitwisseling, sloeg haar extreme gedrag door. “Ik heb toen mijn ouders geappt en ben thuis naar de huisarts gegaan. Die heeft mij toen voor dwangneurose op de lijst gezet. Later heb ik de diagnose eetstoornis gekregen en een lichamelijk onderzoek gehad. Hieruit bleek dat ik een aangeboren hartafwijking had, waar ik al 16 mee rondliep. Dit kan een verklaring zijn waarom ik de groep niet kon bijhouden.”

“Soms at ik extreem weinig en dan opeens had ik een vreetbui”

Ze heeft op haar zestiende een open hart operatie ondergaan en ging in therapie voor haar eetstoornis. “Dat was een spannende tijd, ook voor ons als gezin. Mijn eetstoornis had te maken met discipline. Als ik niet of weinig at, had ik veel discipline. Dit was ook zo als ik veel sportte. Ik heb nooit de diagnose anorexia of boulimia gehad. Ze noemen het een eetstoornis, waarbij ik verschillende aspecten had van zowel anorexia als boulimia. Soms at ik extreem weinig en dan opeens had ik een vreetbui.”

De ruzie tussen vader Peter Henk en Hille liep zo hoog op, dat ze elkaar begonnen te schrijven. “Vaak als we ruzie hadden, stuurde mijn vader na een paar uur een mail. Daar kon ik dan rustig op reageren. Zo hielden we contact met elkaar, én hielpen we elkaar. Als je mailt ga je toch wat meer de verdieping in. Mijn vader vond het lastig om mij te begrijpen. Hij snapte niet waarom ik mezelf wilde afmatten en kapot maken, terwijl ik zoveel dingen in het leven mee had. Hij voelde een onmacht, en die uitte hij door boos te worden. Doordat ik op een wachtlijst stond om behandeld te worden, moesten we het in het begin zelf thuis rooien. Het schrijven heeft ons hierbij geholpen.”

Waarom doe je wat je doet?

“Ik wil dat een eetstoornis niet langer een taboe is in de maatschappij en dat het een onderwerp is, waar we met elkaar over kunnen praten. Ik wil meiden laten zien dat juist door in contact te blijven met je ouders, dit ervoor kan zorgen dat je van je eetstoornis af kunt komen. Die steun is juist heel belangrijk. Veel meiden sluiten zich af, gaan buiten de deur eten of gaan vroeger weg. Ik doe nu eindexamen VWO in Amsterdam. Ik zie om mij heen dat eetstoornissen veel voorkomen. De controle over en worsteling met eten en de druk op hoe je eruit moet zien, is heel erg toegenomen. Veel jongeren willen op fit girls lijken. Toen mijn vader en ik over mijn eetstoornis begonnen te praten, kregen we veel reacties. Veel meiden schamen zich en met name vaders praten er überhaupt niet over. Ze kijken de andere kant op. Met ons boek willen we laten zien dat je je er niet voor hoeft te schamen en dat het belangrijk is dat je in gesprek gaat.”

Waarom sta je in de ochtend op?

“Omdat ik het leven leuk vind en ook omdat ik naar school moet. Ik ben gewoon heel blij en gelukkig en ik verheug me als ik schaats les geef aan kinderen. Ik verheug me op de gezelligheid van het gezin. Wij ontbijten altijd samen en dat is heel gezellig.”

Wat houd je momenteel bezig?

“Het boek houdt me wel bezig. We geven lezingen en dat vind ik leuk. Ook mijn eindexamen houdt me bezig. Ik ben een half jaar eruit geweest door de operatie. Ik heb toen veel zelf studie gedaan. Nu heb ik echt weer de tijd om naar school te gaan en dat vind ik leuker dan alleen maar thuis zitten.”

Hoe zorg je goed voor jezelf?

“Door heel erg naar mezelf te luisteren. Ik ben erachter gekomen dat mijn eetstoornis is ontstaan doordat ik niet adequaat om kon gaan met mijn emoties. Dat heet emotieregulatie. Ik ben daarvoor in therapie, zodat ik echt naar de oorzaak van mijn eetstoornis ga. Hierdoor leer ik mijn emoties beter te herkennen en echt te voelen wat ik voel. Als ik in het verleden verdrietig was, ging ik altijd heel hard sporten. Nu luister ik veel beter naar mijn lichaam. Ik heb nu zes eetmomenten op de dag en daar houd ik me ook aan. Verder is het belangrijk dat ik mijn rust pak, omdat ik veel verschillende dingen doe.”

Welke wijze les heb je recent geleerd en van wie?”

“Dat is een citaat dat ook in ons boek staat. Mijn vader en ik zeiden deze woorden vaak tegen elkaar:  “Was mich nicht umbringt, macht mich stärker”.  Een ander citaat dat ik heel mooi vind is: If you can’t join them, beat them. Dat ging over al die dunne modellen waar ik bij wilde horen. Ik weet nu hoe ongezond ondergewicht is. Ik sta veel sterker in mijn schoenen en ben veel meer mezelf.”

Wat kunnen wij van jou leren?

“Dat ik energiek ben en heel positief in het leven sta. Dat ik er al ben, is al bijzonder. Daar hoef ik geen prestaties voor te leveren. Ik weet nu dat ik niet eerst tien kilometer moet hardlopen om te weten dat ik goed genoeg ben. Of dat ik een salade heb gegeten in plaats van een ijsje. Ik zeg ook tegen de kinderen die ik les geef: het maakt me niet uit hoe goed je bent in schaatsen. Als je er maar lol in hebt, want jij bent goed zoals je bent.”

Wat waardeer je aan jezelf?

“Mijn eigen ik. Ik ben heel erg mezelf, kan goed voor mezelf opkomen en ik kan veel aan. Dat vind ik gaaf.”

Stel, je mag een mentor uitkiezen. Wie zou dat zijn en waarom?

“Mijn psycholoog. Zij heeft zonder veel te zeggen ervoor gezorgd dat ik zelf tot veel bijzondere inzichten ben gekomen. Ze stelde op een rustige manier vragen aan mij en liet mij vervolgens zelf antwoord geven. Ze ging het niet invullen voor mij en liet me het zelf bedenken. Ik heb veel van haar geleerd en heb veel aan haar te danken.”

Wat zou je nog willen ervaren?

“Hoe het is om moeder te zijn. Ik ben een lange tijd niet ongesteld geweest. Het lichaam stopt met menstrueren, als je ondergewicht hebt. Ik ben nu weer op gewicht, en ik menstrueer ook weer. Ik dacht daar verder niet over na toen, maar later realiseerde ik me wat de gevolgen van ondergewicht kunnen zijn. Toen dacht ik: wow, als ik zo doorga, heb ik er zelf voor gezorgd dat ik geen moeder kan worden.”