Archeologen hebben in de bodem van Zeewolde duizenden gereedschappen van vuursteen uit de prehistorische Midden-Steentijd gevonden. Vermoedelijk was er op die plek in 8000 tot 5000 voor Christus een tijdelijke jachtlocatie, want tussen het bewerkte vuursteen zijn ook etensresten gevonden, zoals verkoolde schillen van hazelnoten.
Dat meldt energiebedrijf Eneco vrijdag. Eneco is in Zeewolde bezig met de bouw van vier windturbines. Vooronderzoek toonde aan dat er prehistorische resten in de bodem konden zitten, zodat achttien archeologen begin dit jaar aan het werk zijn gegaan. De opgraving is nu afgerond, aldus Eneco.
Er zijn veel pijlpunten, mesjes en werktuigen gevonden. De pijlpunten werden ook gebruikt als harpoenen. Op de plek van Zeewolde was in het Mesolithicum een zandplateau, dat uitkeek over het Eemstroomgebied. De jagers konden vanaf het plateau tot aan de open zee kijken.
Nadat de bewoners waren vertrokken is er een veengebied ontstaan, dat later werd opgeslokt door het toenmalige binnenmeer Almere. Dit meer verdween weer later in de Zuiderzee, die na de afsluiting in 1932 het IJsselmeer werd. Volgens de archeologen is de vondst bij Zeewolde van belang voor de kennis over het prehistorisch landschap van Nederland.