Al maanden zien we berichten voorbij komen over de gevolgen van de coronacrisis voor de olieprijzen. Eerst daalden ze aanzienlijk, daarna stegen ze weer iets, maar nog altijd is de waarde van een vat historisch laag. Wat voor gevolgen heeft dat voor ons?
De olieprijzen zakten al behoorlijk voordat er echt crisis uitbrak, dankzij een prijzenoorlog tussen Saudi-Arabië en Rusland. Vervolgens brak Corona uit, kwam de transportsector ineens vrijwel plat te liggen, en bereikte de prijs per vat olie een nieuwe dieptepunt. Half april werd er zelfs 40 dollar betaald om van een vat Amerikaanse olie af te komen.
Ook zonder coronacrisis waren de vooruitzichten voor de oliemarkt niet rooskleurig geweest. Er is al tijden sprake van een groeiende vraag naar alternatieve vormen van energie, en dus een dalende vraag naar olie. Maar die verandering wordt nu nog eens versterkt, onder andere door overheden die vanwege de corona-staatssteun groene voorwaarden stellen aan bedrijven - zoals we onlangs nog hebben gezien in de KLM-discussie.
Voor de prijs aan de pomp zal het weinig uitmaken. Die bestaat voor het overgrote deel uit accijns. Maar de dalende vraag heeft wel een ander prettig voordeel: de consument hoeft minder te betalen voor gas, want de gasprijs is gekoppeld aan de olieprijs. Tel daarbij op dat ook de prijs van stroom is gezakt, en het mag duidelijk zijn dat onze energierekening een stuk lager uitvalt. Vanaf 1 juli is de gemiddelde landelijke energieprijs bij een variabel contract dan ook met 7 procent gedaald.
Voor bedrijven die handelen in olie zijn de gevolgen minder positief. BP verwacht dat dat de gemiddelde prijs van een vat olie 27% lager komt te liggen de komende dertig jaar, en schrijft daarom 17,5 miljard af op de waarde van haar voorraden. Shell schrijft om dezelfde reden 15 tot 22 miljard dollar af. Wat dat voor onze economie betekent is nog even afwachten, maar het is in ieder geval vast geen slecht idee dat ze in de toekomst flink meer willen investeren in duurzame energie.
Die gedaalde prijzen lijken sowieso een goed teken, als het om het klimaat gaat. Die zijn toch immers voor een groot deel het gevolg van een stilgelegde transportsector? In april lag de dagelijkse CO2-uitstoot inderdaad zeventien procent lager dan een jaar eerder,
maar we moeten niet te vroeg juichen, aldus de experts. Alles wijst erop dat we straks weer op oude voet verdergaan, en misschien zelfs het uitstootniveau van voor de crisis zullen overtreffen.
Wat het op de lange termijn echt voor ons zal betekenen, is dus nog even afwachten. We hebben ook weinig vergelijkingsmateriaal op dit gebied, en voorspellingen zijn daarom per definitie lastig. Maar mochten we inderdaad allemaal weer grootverbruikers worden, dan kiezen we er hopelijk voor om al dat geld dat we net hebben bespaard op onze energierekening wijs te besteden, en zelf ook ‘groene voorwaarden’ te stellen aan de uitgave daarvan.