Advocaat: ‘onderste steen moet boven over schaduwoperatie’

Foto: ANP

Het volgen van de advocaten Nico Meijering en Leon van Kleef, in de jacht van justitie op Ridouan Taghi, kan niet zonder gevolgen blijven. De raadslieden hadden vorig jaar juni geen afspraak met Taghi in Dubai, zoals in justitiële kringen werd gehoopt, maar met cliënt Khalid J. Over het hoe en waarom van de actie moet de onderste steen boven komen, betoogde Van Kleef woensdag tijdens een inleidende zitting in de strafzaak tegen J. Volgens het Openbaar Ministerie (OM) is de schaduwoperatie niet relevant voor de zaak tegen J. en hoeft de rechtbank er niets van te vinden.

Het OM vervolgt J. (35) en een groep medeverdachten voor de moord op Alexander Gillis, de ‘vergismoord’ op Stefan Eggermont en de moord op Massod Amin Hosseini. Alle zaken dateren uit 2014. Daarnaast zou de vermoedelijke bende moorden hebben voorbereid. Taghi is hoofdverdachte in het proces Marengo, dat draait om een andere reeks moorden. Hij werd in december aangehouden in Dubai.

Het schaduwen van Meijering en Van Kleef kwam onlangs aan het licht door een publicatie in het AD. De door het OM geheimgehouden operatie leidde tot boze en verontwaardigde reacties binnen de advocatuur. De betrokken advocaten zijn er woest over.

J. werd in januari opgepakt door de politie in Dubai en vervolgens uitgezet naar Nederland, waar hij in de cel werd gezet. Volgens J. is hij in Dubai bedreigd met foltering en werd hem gezegd dat hij ‘een terrorist’ was die bij de bende van Taghi hoorde. Van Kleef zei woensdag dat de Nederlandse justitie “helemaal is losgegaan” om J. te pakken te krijgen. Zijn arrestatie ziet de raadsman als verboden vrucht van de in zijn ogen onrechtmatige schaduwoperatie. Hij wil onder meer tal van functionarissen in Nederland en Dubai horen over de gang van zaken over de observatie en de arrestatie.

Het OM verzet zich tegen dat onderzoek. Toen Van Kleef en zijn collega Meijering werden geobserveerd, was niet bekend dat zij de advocaten van J. waren. J. was toen ook nog geen verdachte in de huidige zaak. Pas in november vorig jaar zijn politie en justitie naar hem op zoek gegaan, aldus het OM. Als er al iets mis zou zijn met het volgen van de advocaten, is dat iets dat de rechter in de zaak tegen Taghi moet beoordelen, vindt justitie. Van Kleef zal later nog uitgebreid schriftelijk reageren op de stellingen van het OM. Het oordeel van de rechtbank volgt daarna.

De volgende inleidende zitting in de zaak is op 4 december. J. en drie medeverdachten blijven in elk geval tot dan vastzitten. De inhoudelijke behandeling staat gepland voor volgend jaar mei en juni.