De Nederlandse musea wisten vorig jaar, dus voor de coronacrisis, bijna 33 miljoen belangstellenden te trekken, 600.000 meer dan in 2018 en een record. Dat meldt de Museumvereniging.
Wel daalde vorig jaar het aantal bezoeken door buitenlandse toeristen met 200.000 ten opzichte van een jaar eerder, hoewel er meer buitenlandse toeristen naar ons land kwamen. De vereniging heeft hier geen verklaring voor.
“Opvallend is dat de stijging vooral komt doordat de bezoeken van Museumkaarthouders verder toenamen, tot 9,3 miljoen, en kinderen meer naar musea gingen, in totaal bijna 2,2 miljoen keer”, meldt de Museumvereniging.
De vereniging, de brancheorganisatie van ruim vierhonderd Nederlandse musea en de uitgever van de Museumkaart, verwacht voor 2020 een daling naar ongeveer 9 miljoen bezoeken door de coronacrisis, waardoor musea tijdelijk moesten sluiten en nu beperkt open zijn. “De verwachting is dat de publieksgerelateerde inkomsten met 60 procent zullen dalen in 2020.”
“Dat er in de zomervakantie meer Nederlanders in eigen land op vakantie gingen en dan soms een museum bezochten, biedt onvoldoende compensatie voor het grotendeels weggevallen buitenlands bezoek”, zegt de club.
De omzet van de musea was vorig jaar 1,1 miljard. Daarvan kwam de helft uit subsidies en de helft uit eigen inkomsten: entree, winkel, horeca, sponsoring, giften en zaalverhuur. “Die eigen inkomsten zijn de afgelopen jaren telkens gestegen, terwijl de subsidies op hetzelfde niveau als in 2011 zaten. Voor het eerst schreven ook grotere musea rode cijfers”, aldus de vereniging zonder namen te noemen.