Smartphonegebruik flink gestegen: hoe gaan we daar verstandig mee om?

Foto: Unsplash.com

Het is voor velen een bekend verschijnsel, al is de naam nog niet echt ingeburgerd: nomofobie. ‘No Mobile Phone Phobia’ – ofwel de angst om zonder telefoon te zitten – zal nog vaker voorkomen nu de digitale revolutie in een stroomversnelling is geraakt dankzij de crisis. We zijn inmiddels compleet afhankelijk van ons mobieltje om te socialiseren, de weg te vinden, te bankieren en te eten. Maar hoe gaan we verstandig om met onze telefoon, nu we niet meer zonder kunnen?

Allemaal verslaafd

Volgens het CBS had in 2012 nog maar 56,5 procent van de Nederlanders van 12 jaar of ouder een mobiele telefoon of smartphone. In 2019 was dat gestegen naar 92,1 procent en was 88 procent dagelijks online. Volgens een online onderzoek van Marlous de Haan, fysiotherapeut en schrijver van het boek ‘Smartphone etiquette’, is zelfs ongeveer 80 procent van de gebruikers verslaafd aan zijn of haar telefoon.

Mooi oud is niet lelijk

Verslaafd of niet, het is in ieder geval geen goedkope hobby. De telefoonmarkt is erop ingericht dat je om het jaar je telefoon vervangt, maar dat is vaak helemaal niet nodig. Voor een iPhone 11 Pro – eigenlijk ook al antiek, want al verkrijgbaar sinds 2019 – leg je al snel 1000 euro neer, terwijl je een kapot iPhone scherm makkelijker vervangt dan je denkt  Ook je iPhone batterij kan je, in tegenstelling tot wat velen denken, gewoon vervangen als je telefoon inmiddels eerder naar bed wil dan jij. Sluit daar een sim-only abonnement bij af, en je houdt ineens heel veel geld over.

Meten is weten

Aangezien we al snel een paar uur per dag naar ons telefoonscherm kijken, is het niet heel vreemd dat de gemiddelde fysiotherapeut ineens heel veel mensen met nek- en rugklachten ziet. Daarnaast schijnt het dat jongeren inmiddels vaker bijziend worden, en dat een flink aantal gehoorschade oploopt dankzij overmatig gebruik van de oortjes. Ga dus bewust om met je lijf en je tijd. Installeer een ‘screentime tracker’ om te zien hoeveel tijd je zelf precies besteedt aan je telefoon, en gooi je pubers met één swipe van het internet af met een app die de toegang voor alle apparaten op je wifi beheert.

Don’t text and drive

We hebben het al honderd keer gehoord, maar toch willen we het vaak niet geloven: we kunnen geen twee dingen tegelijk. Dat lijkt alleen maar zo omdat we sneller heen en weer schakelen dan we doorhebben – ongeveer net zoals onze smartphone. Helaas is dat geen perfect mechanisme. Uit onderzoek van de SWOV blijkt dan ook dat afleiding in het verkeer goed is voor 20 tot 30 procent van de ongevallen, en dat er jaarlijks ongeveer 600 slachtoffers vallen door bellen tijdens het rijden. Niets nieuws onder de zon, maar toch gebruikte in 2019 68,7 procent zijn of haar telefoon nog weleens in het verkeer.

Laten we hopen dat we dat dit jaar beter doen. Want eerlijk is eerlijk: het is niet voor niets dat we massaal aan nomophobia lijden. Mits we ze met mate gebruiken, maken die telefoontjes de wereld vooral een stuk leuker.