Klimaatdoel 2030 nog buiten zicht, onzekerheid over Urgendavonnis

Foto: ANP

Het Nederlandse klimaatdoel voor 2030 is met het huidige beleid nog lang niet in zicht. Ook is het zeer onzeker of het Nederland dit jaar gaat lukken om te voldoen aan het zogeheten Urgenda-vonnis van de rechter, blijkt uit berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). In een rapport becijfert het PBL dat Nederland met de huidige koers over tien jaar niet verder komt dan een vermindering van de CO2-uitstoot van 34 procent ten opzichte van 1990. Dat is 15 procentpunt minder dan het doel dat in de Klimaatwet staat.

In de wet is vastgelegd dat de uitstoot in 2030 minstens 49 procent lager moet zijn dan in 1990. Op korte termijn is er ook een probleem, want het kabinet dreigt het door de rechter opgelegde doel voor 2020 te missen.

In de klimaatzaak die eind vorig jaar definitief werd gewonnen door duurzaamheidsorganisatie Urgenda, droeg de rechter het kabinet op maatregelen te nemen. Die moeten ertoe leiden dat de CO2-uitstoot in 2020 met minstens 25 procent is afgenomen ten opzichte van 1990. De Hoge Raad vindt dat zelfs een kwestie van mensenrechten. Volgens het hoogste rechtscollege bestaat het risico op “een gevaarlijke klimaatverandering die ook de inwoners van Nederland ernstig kan treffen in hun recht op leven en welzijn”.

Volgens het PBL wordt de 25 procent alleen gehaald als het een relatief warm najaar wordt, het coronavirus “een forse impact” op de economie blijft hebben én de productie van Nederlandse elektriciteitscentrales relatief laag blijft. In andere scenario’s gaat het met het huidige beleid niet lukken. De grote vraag is nog welke gevolgen dat heeft. Het kabinet kan de rechterlijke uitspraak niet zomaar naast zich neerleggen.

Ook op langere termijn zijn de doelen nog ver weg. Zelfs het doel van 40 procent afname dat lidstaten van de Europese Unie (EU) met elkaar hebben afgesproken, is niet in zicht. Intussen pleit het Nederlandse kabinet overigens wel in EU-verband voor het verhogen van de ambities: de broeikasgasemissies moeten wat Rutte III betreft met 55 procent omlaag.

In de zogeheten Klimaat en Energieverkenning (KEV) heeft het PBL alleen de gevolgen geanalyseerd van beleid dat officieel is gepubliceerd en “concreet genoeg was om door te rekenen”. Plannen die nog vaag zijn, tellen dus niet mee. Om het doel voor 2030 te halen, zal de uitstoot jaarlijks dubbel zo snel moeten worden verminderd als in de vorige tien jaar, aldus het planbureau. Toen was de afname gemiddeld 3 megaton. Dat zou naar 6 megaton moeten.

Het PBL ziet de uitstoot in de elektriciteitssector tot 2030 halveren ten opzichte van 2019. Kolencentrales gaan dicht en steeds meer stroom komt uit hernieuwbare bronnen. In andere sectoren gaat het niet zo hard. Vooral het opwekken van warmte blijft veel CO2-uitstoot veroorzaken, want dat gebeurt ook in 2030 nog nauwelijks op duurzame wijze.