Majoor Marco Kroon heeft letsel opgelopen door het politieoptreden tijdens zijn arrestatie in maart 2019 in Den Bosch. Hij is in september van dit jaar geopereerd aan zijn hand, maakte zijn advocaat Geert-Jan Knoops donderdag bekend in de militaire kamer van het gerechtshof in Arnhem.
Volgens Knoops is er mogelijk iets misgegaan bij het in de boeien slaan van zijn cliënt, waarna op verschillende momenten aan de handboeien is getrokken. Knoops noemde het optreden van de politie disproportioneel. “De exacte oorzaak is niet direct aan te tonen, maar het is gebeurd in de context van de arrestatie. Relevant is dat het letsel er nog niet was voor 3 maart. Er bestaat daarmee causaliteit tussen het letsel en het politieoptreden.”
Kroon heeft aangifte gedaan tegen de politieagenten die hem voor wildplassen tijdens het carnaval aan de Parade in Den Bosch in de boeien sloegen. Het letsel aan de hand betreft volgens Knoops een zogeheten avulsiefractuur aan de pink die moeilijk te behandelen is. Zo’n fractuur ontstaat door grote trekkracht van een pees aan het bot.
Kroon deed aangifte tegen de agenten, maar het OM heeft die aangifte geseponeerd. Volgens Knoops is “geen onafhankelijk en onpartijdig en effectief onderzoek gedaan” naar het letsel van zijn cliënt. Kroon is deze week een artikel 12-procedure bij het gerechtshof in Den Bosch gestart om de agenten alsnog vervolgd te krijgen.
In zijn laatste woord zei de drager van de Militaire Willems-Orde: “Een verhaal heeft altijd twee zijdes.” Kroon hoopt dat de militaire kamer hem in hoger beroep vrijspreekt van schennis van de eerbaarheid en van de mishandeling van een agent. Mocht het hof hem toch veroordelen voor de vermeende kopstoot, dan vindt Kroon dat het hof bij de strafmaat rekening moet houden met zijn persoonlijke omstandigheden. De impact die het ‘wildplasincident’ op zijn gezin heeft, staat volgens Kroon niet meer in verhouding tot het vergrijp.
Kroon zei dat zijn vertrouwen in de rechtspraak vorig jaar een deuk opliep bij de militaire rechtbank. “Mijn veroordeling zie ik als een zwarte bladzijde. Ik voelde woede en onmacht. Hoe heeft het in hemelsnaam zover kunnen komen? Maar inmiddels ben ik er dieper over gaan nadenken en kan ik het kritisch spiegelen, met name bij mezelf. Ik ben bewust naar mezelf op zoek gegaan.”
De militaire kamer doet op donderdag 17 december uitspraak.