Onderzoek: jonge slachtoffers mensenhandel blijven onder de radar

Foto: ANP

Jeugdhulpverleners hebben nog altijd te weinig zicht op mensenhandel en uitbuiting van minderjarigen. Die conclusie trekken diverse organisaties in de sector, waaronder het Coördinatiecentrum tegen Mensenhandel (CoMensha), Jeugdzorg Nederland en onderzoekers van Tilburg University. “Het verschil tussen het aantal geschatte en daadwerkelijk gerapporteerde slachtoffers is groot. Daardoor krijgt deze groep waarschijnlijk niet de hulp die ze nodig heeft”, signaleren ze in een rapport.

Mensen die in de jeugdzorg werken, moeten zich beter bewust worden van de rol die zij kunnen spelen in het signaleren en voorkomen van mensenhandel, vinden de onderzoekers. “Daarnaast kan de samenwerking tussen jeugdhulporganisaties en andere (zorg)partijen beter.”

Diverse vormen van uitbuiting blijven onderbelicht. Vaak denken mensen in de sector bij mensenhandel aan seksueel misbruik. Bijvoorbeeld door loverboys, die meisjes lokken of dwingen tot prostitutie. Er zijn echter ook andere vormen van uitbuiting, zoals criminelen die jongeren ronselen. Vaak wordt alleen aan meisjes gedacht, aldus de onderzoekers, terwijl ook jongens slachtoffer zijn van uitbuiting.

Om mensenhandel met jongeren beter te signaleren zijn training en het verbeteren van de kennis van professionals belangrijk, zeggen de onderzoekers. Ze moeten bijvoorbeeld leren hoe ze gesprekken met jongeren kunnen voeren over moeilijke onderwerpen, zeker als daar een taboe op heerst. Ook ontbreekt het binnen jeugdhulporganisaties vaak nog aan “een structurele plek” voor het onderwerp mensenhandel.