Traditiegetrouw schetst de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan het einde van het jaar een beeld van de loonstrookjes voor het komende jaar. Dit jaar ziet dat er positiever uit dan je wellicht zou verwachten. Velen gaan er zelfs wat op vooruit in 2021, al is dat uiteraard afhankelijk van je persoonlijke situatie. Hoe ziet jouw inkomen er volgend jaar uit?
Vooral als je in loondienst werkt en een modaal inkomen verdient, pakken de nieuwe regels positief uit. Dankzij een verlaging van het belastingtarief in de eerste schijf, en een verhoging van de arbeids- en algemene heffingskorting, zijn het name de midden- en lage inkomens die profiteren, zo liet minister Koolmees in zijn brief aan de Tweede Kamer weten.
Ook als je de AOW-leeftijd hebt bereikt, ga je er volgend jaar op vooruit – vooral als je geen enorm inkomen hebt. Als je alleen een AOW ontvangt (of een AOW en een klein pensioen), heb je ook baat bij de nieuwe, gunstige belastingregels. Dat gaat niet om enorme bedragen: een alleenstaande ontvangt nu netto 1201,42 euro AOW. Dat wordt vanaf 1 januari 1218,19 euro. Evengoed is het wel een voortuitgang, zeker gezien de huidige crisis. Op de website kan je bekijken om wat voor bedragen het in jouw geval gaat.
Heb je de AOW-leeftijd nog niet bereikt? Dan draag je nu nog 37,35 procent af van de eerste 68,508 euro die je per jaar binnen harkt. Vanaf 1 januari wordt dat 37,10 procent. Dat betekent een verlaging van 0,25 procent. De arbeidskorting wordt bovendien hoger – het bedrag dat je mag aftrekken van je inkomsten als je werkt, en waar je die 37,10 procent dus niet van hoeft af te dragen. De berekening van je arbeidskorting
is tamelijk ingewikkeld, maar in grote lijnen betekent het dat je nu maximaal 386 euro belastingvrij kan verdienen dankzij die aanpassing.
Voor de algemene heffingskorting geldt min of meer hetzelfde: ook dit is een stukje van je inkomen waar je geen belasting over hoeft te betalen, en ook dit werkt via een wellicht wat ontoegankelijk systeem van inkomensschijven en berekeningen. In 2021 betekent het in ieder geval dat dit belastingvrije deel tot maximaal 126 euro hoger kan uitvallen voor werkenden en uitkeringsgerechtigden.
Al met al betekent het dat je volgend jaar bijna twee procent meer inkomen overhoudt als je om en nabij de 35.000 euro of minder verdient. Verdien je meer dan dat? Dan merk je er minder van, omdat je natuurlijk relatief weinig merkt van een paar tientjes extra in je portemonnee als je twee keer zoveel inkomen hebt. Bij een driedubbel modaal inkomen (105.000 euro) ga je er daarom maar ongeveer 1 procent op vooruit.
Als je tijdens de crisis net je baan hebt verloren, heb je helaas wat minder aan deze lastenverlichtingen, zo merkte ook minister Koolmees al op. Daarnaast is het allemaal wat ondoorzichtig, zoals we allemaal weten. Er zijn bijvoorbeeld ook nog een aantal andere wijzigingen in toeslagen, kortingen en premies die effect kunnen hebben op je spaarpot. De ouderenkorting verandert, evenals de inkomensafhankelijke combinatiekorting, het kindgebondenbudget en de kinderopvangtoeslag. Bovendien gaat de pensioenpremie omhoog.
Niet simpel dus, om dat op eigen houtje door te rekenen. Mocht je dat wel willen, dan kan je het beste een expert laten meekijken. En anders blijft het nog even spannend hoeveel je er zelf van merkt. Maar het is in ieder geval al fijn nieuws dat we er met zijn allen niet dramatisch op achteruitgaan – als jij daar niets van merkt, dan in ieder geval je kind, je beste vriendin of je oma.