Onderzoek Greenpeace: 65 procent minder uitstoot in 2030 haalbaar

Foto: ANP

Het Nederlandse klimaatdoel kan nog verder worden aangescherpt, stellen onderzoekers die in opdracht van Greenpeace hebben berekend wat daarvoor nodig is. Grote vervuilers moeten harder worden aangepakt om de CO2-uitstoot verder omlaag te krijgen. Als de veestapel fors wordt ingekrompen en de belasting op CO2-uitstoot wordt verhoogd, is het volgens onderzoeksbureau Ecorys haalbaar om de uitstoot voor 2030 met 65 procent te verminderen.

Het huidige doel van de Europese Unie is een vermindering van 55 procent uitstoot in 2030, ten opzichte van 1990. Dat doel legden Europese leiders eind vorig jaar vast. Het was al een forse aanscherping ten opzichte van de eerdere doelstelling van 40 procent reductie. De grote vraag voor het volgende kabinet is hoe dit doel moet worden bereikt.

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) signaleerde eind vorig jaar dat meer actie nodig is. Met het huidige beleid komt Nederland niet verder dan 34 procent minder uitstoot in 2030. Greenpeace stelt dat “lef nodig is” en dat het gedaan moet zijn met de “smoesjes”.

“We lopen achter, zeker als we de opwarming op 1,5 graden willen houden”, stelt Dewi Zloch, die zich bij de milieuorganisatie bezighoudt met klimaatcampagnes. Volgens haar heeft het kabinet “grote vervuilers als de zware industrie en veehouderij steeds uit de wind gehouden”. Volgens de onderzoekers valt veel winst te behalen door een overstap op ecologische landbouw. Dat houdt wel in dat boeren veel minder dieren kunnen houden.

Dat zal niet zonder slag of stoot gaan. Tegen inkrimping van de veestapel bestaat grote weerstand, zoals de boerenprotesten van de afgelopen jaren herhaaldelijk duidelijk hebben gemaakt. Het zou ook ten koste gaan van de export van de agrarische sector.

Andere maatregelen die een reductie van 65 procent haalbaar kunnen maken, zijn extra windparken op zee, meer isolatie, zonnepanelen, invoering van rekeningrijden en meer elektrisch vervoer.

Greenpeace benadrukt wel dat alles “rechtvaardig moet gaan” en dat “zoveel mogelijk boeren een goede boterham moeten kunnen verdienen met minder dieren.”