Kabinet neemt avondklok alsnog op in coronawet

Foto: ANP

Na kritiek van de Raad van State heeft het kabinet er toch voor gekozen om de avondklok in de coronawet op te nemen. Die wet valt weer onder de wet publieke gezondheid. Na de uitspraak van de rechter dinsdag dat de avondklok niet voldoende juridisch onderbouwd is, kwam het ministerie van Justitie met een spoedwetje. De belangrijkste adviseur van het kabinet drong er opnieuw op aan om de maatregel toch in de coronawet op te nemen. Daar is uiteindelijk ook voor gekozen.

Overigens waarschuwde de Raad van State (RvS) bij de vorige avondklokregeling al dat deze beter in de coronawet past. De speciale Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag (Wbbbg) die hier eerder voor was gebruikt, is er eigenlijk alleen voor zeer spoedeisende maatregelen. Dat de avondklok eerst nog door de Tweede Kamer is besproken en pas dagen later officieel van kracht werd, komt niet overeen met het doel van die wet, zei de rechter dinsdag ook.

Na een eerdere vraag van de RvS waarom de klok niet als spoedwetswijziging in de coronawet was opgenomen, zei Grapperhaus dat dit soort wetstrajecten “vanwege de haast waarmee deze afgerond moeten worden, niet de beste garanties voor een weloverwogen proces en resultaat” geven. Bij andere coronamaatregelen is soms wel voor spoedwetgeving gekozen, maar dat was volgens de minister niet omdat het “het beste middel was, maar simpelweg omdat dat het enige middel was”. Volgens het kabinet werkte de Wbbbg wel als goede wet om de avondklok in vast te leggen.

Ook in de toelichting op de nieuwe spoedwet ontbrak nogal wat, oordeelde de Raad van State. Het kabinet had veel uitgebreider moeten aangeven waarom de avondklok, die het kabinet zelf een zeer ingrijpende maatregel noemt, proportioneel is. “De OMT-adviezen kunnen vanzelfsprekend daarbij een belangrijke rol spelen, maar de uiteindelijke afweging kan, gelet op de andere ook in het geding zijnde belangen, niet uitsluitend op die adviezen zijn gebaseerd”, schrijft de Raad van State. De uitleg van de wet betrof “geen actuele en zelfstandig leesbare afweging” tussen de strijd tegen corona en de grond- en vrijheidsrechten die mogelijk door de avondklok worden beperkt.

De Raad van State moest een spoedadvies uitbrengen over de wet, die de ‘Tijdelijke wet beperking vertoeven in de openlucht covid-19’ is genoemd. Justitieminister Ferd Grapperhaus en premier Mark Rutte benadrukten na het vonnis van de rechtbank in Den Haag dat ze de avondklok “ten overvloede” vastleggen in de spoedwet. Het kabinet houdt vol dat de juridische onderbouwing van de avondklok wel degelijk deugde. Vrijdag dient een kort geding over de zaak.