Ook Chinese sancties voor Nederlandse EU-ambassadeur

Foto: ANP

Ook de Nederlandse EU-ambassadeur Delphine Pronk mag China niet langer in. Zij is net als onder anderen Tweede Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma getroffen door Chinese sancties, zegt minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken).

Pronk maakt als ambassadeur voor Nederland deel uit van het zogeheten Politiek en Veiligheidscomité van de EU. China heeft dat comité, waarin de EU-landen overleggen over hun gezamenlijke buitenlandbeleid, op de sanctielijst gezet. Blok heeft begrepen dat dit ook gevolgen heeft voor Pronk en de andere 26 leden. Zij zouden net als Sjoerdsma en een aantal andere Europese politici, diplomaten en onderzoekers niet meer naar China mogen reizen en er ook geen zaken meer mogen doen.

Blok vindt het “onacceptabel dat China democratisch gekozen volksvertegenwoordigers en mensen die ons land vertegenwoordigen in Brussel of waar dan ook treft met dit soort van sancties”. China vergeldt naar eigen zeggen alleen maar de strafmaatregelen die de EU vier Chinezen en een staatsbedrijf eerder op de dag oplegde voor de onderdrukking van de Oeigoerse moslimminderheid, maar dat gaat volgens de minister niet op.

Van Pronk, Sjoerdsma en de andere gestrafte Europeanen “weten we allemaal: die mensen hebben niets misdaan”, zei Blok na overleg met de andere ministers van Buitenlandse Zaken van de EU. De gestrafte Chinezen daarentegen hebben volgens hem de mensenrechten geschonden. Dat is gedegen onderzocht. En als ze toch beweren onschuldig te zijn, kunnen ze bezwaar maken bij de Europese rechter. Dat zal er omgekeerd voor de getroffen Europeanen niet inzitten, vreest Blok.

Blok ontbood maandagmiddag al de Chinese ambassadeur om zijn ongenoegen over de sancties over te brengen. Nederland blijft volgens hem wel proberen met China samen te werken in bijvoorbeeld de strijd tegen klimaatverandering. “Maar we zullen altijd hard en scherp zijn” als China de mensenrechten of het internationaal recht schendt, zegt hij. Nederland zal “met de andere EU-landen optrekken in onze verdere reactie”.