Demissionair zorgminister Hugo de Jonge is er niet voor om vanaf volgend jaar vol in te zetten op zogeheten mRNA-vaccins tegen het coronavirus, zoals de Europese Commissie voorstelt. Hij vindt dat voorbarig. "Ik begrijp niet waarom de commissie dat zegt", aldus de bewindsman tijdens een coronadebat in de Tweede Kamer.
De Jonge erkent dat de vaccins van BioNTech/Pfizer en Moderna iedereen "positief hebben verrast". Ze werden in sneltreinvaart ontwikkeld en bleken ook nog "enorm" effectief. Maar onduidelijk is nog of ze die hoge bescherming ook op de lange termijn blijven bieden.
Het zou volgens De Jonge zomaar kunnen dat de vaccins op basis van oudere technieken, zoals die van AstraZeneca en Janssen, op de langere termijn ook heel goed of zelfs beter werken. "Daar weten we nog niets over." Wat de minister betreft zet de EU ook volgend jaar in op alle beschikbare vaccintechnieken. "Zodat we meerdere opties hebben."
De EU-landen trekken samen op bij de inkoop van coronavaccins. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen zei vorige week dat zij voortaan vooral wil inzetten op vaccins op basis van de nieuwe mRNA-techniek. Die werken volgens haar goed en kennen tot dusver minder gevaarlijke bijwerkingen dan andere vaccins.