“Mijn zoon zit gevangen, maar ik voel me ook gevangen”

Foto: Freeimages.com

Haar zoon komt nooit meer vrij. Jan was geen makkelijk kind, maar wel lief en vrolijk. Naarmate hij ouder werd kon hij moeilijke ‘nee’ accepteren. Vanaf zijn zestiende begon zijn gedrag te veranderen. Het begon met het stelen van fietsen en het eindigde met het gewelddadig ombrengen van een medegedetineerde. Er is in de media veel aandacht voor de familie van slachtoffers, maar hoe zit het met de familie van daders? In de rubriek Een ander geluid: Conny Steenwijk, moeder van een ‘dader’ en ‘gedetineerde’, maar vooral moeder van Jan.

Als Jan niet ziek is, is hij een hele gezellige gozer, aldus Conny, een geboren en getogen Hagenees. “Hij moet nooit meer vrij komen, dat wil ik ook niet. Dat gaat ook niet gebeuren. Het voelt heel onnatuurlijk dat je kind niet meer bij je is. Je kan beter iemand wegbrengen.” Conny voedde haar zoon grotendeels alleen op. Zijn vader was wel in beeld. “We zijn twee keer uit elkaar gegaan. De tweede keer is pittig geweest voor Jan, toen was hij zestien jaar. Of het daaraan ligt, durf ik niet te zeggen, maar hij is na die tijd wel het verkeerde pad op gegaan.”

Jan heeft zijn middelbare school afgemaakt en was fanatiek in sporten. “Hij deed karaten, vijf keer in de week. Daar was hij heel fanatiek in. Achteraf gezien obsessief. Maar ja, daar kopen we niets meer voor.” Hij werd voor Conny steeds onhandelbaarder. Hij ging fietsen stelen, was ’s nachts vaak weg en hij had het ene na het andere simpele baantje. Na zijn middelbare school zou hij de opleiding voor beveiliger gaan doen. “Toen werd hij gepakt voor het stelen van een scooter. Als je dat doet, ga je geen opleiding voor beveiliger doen, zei ik tegen hem. Toen was hij achttien. Ik vond dat hij moest gaan werken want hij maakte er een zootje van. Telkens na vier weken werd hij weggestuurd. Als iets niet eerlijk ging, trok hij zijn mond open.”

“Haal hem hier weg, want dit wordt moord en doodslag”

Zelf werkte Conny veel, in de horeca. Toen ze op een dag thuiskwam en hij thuis zat omdat hij was ontslagen, was ze het zat. Jan is toen bij zijn vader gaan wonen, omdat het voor Conny niet meer te doen was. “Haal hem hier weg, want dit wordt moord en doodslag, zei ik tegen zijn vader.” Jan is bij hem gaan wonen, waar hij volgens Conny niet werd opgevangen. “Na een jaar is hij eruit gegooid. Ik ben een kamer voor hem gaan zoeken. Ondertussen gebeurde er weer van alles en op een bepaald moment gooide hij mijn ramen in en bedreigde hij me. Toen ben ik naar de politie gegaan. Die zeiden dat ik hem moest negeren en het moest blijven melden als er iets gebeurde. Zodoende zou zijn dossier groeien en als hij dan wordt opgepakt, krijg hij straf en kan hij de hulpverlening in. Dat wilde ik graag.”

Door een gewelddadige vechtpartij bij een supermarkt werd hij opgepakt en belandde Jan in de gevangenis in Scheveningen, op de psychiatrische afdeling. Na een aantal maanden werd hij overgeplaatst naar Vught, in verband met gewelddadig gedrag, waar volgens Conny niets mee gedaan is. “Ik ging elke week bij hem op bezoek, dat was een hel.” In de rechtbank kreeg Jan een tweede kans, zonder dat er een diagnose was gesteld. “Ik voelde toen al, wat nu? Ik dacht dat Jan hulp zou krijgen. Ik heb hem mee naar huis genomen, maar binnen twee uur stond het hele huis op z’n kop. Ik wist niet wat ik moest doen en dacht: ik ga zijn lievelingseten maken.”

Met bonje ging hij weg, en met voldoende geld. Achteraf kwam Conny erachter dat er zo’n 4.000 euro op zijn rekening stond. Ze hadden zijn uitkering niet stopgezet toen hij vast had gezeten. “Weken hoorde ik niets van hem en dan ga je je toch afvragen hoe het met je kind is.” Na vijf weken was er weer contact en gingen ze koffie drinken. Na de derde keer sloeg hij de koffie van de tafel en vertrok.

“Elke moeder herkent haar kind”

Ze werd gebeld dat haar zoon vastzat. Ze hadden hem van zijn bed gelicht voor diefstal. De politie wilde niet zeggen wat hij precies had gedaan, maar de volgende dag stond het in het krant. Conny wist meteen dat het niet om diefstal ging. “Hij had in een tunnel staan wachten om een scooter te jatten. Er kwam een jongen voorbij die hij heeft neergestoken. Als er twee minuten later geen agent in burger voorbij was gekomen, was hij doodgebloed.” Jan bleek al langere tijd een bekende musicalster te stalken. Met de gestolen scooter wilde hij naar het Delamar theater. “Ze hadden een foto genomen van Jan op de scooter. Die foto’s lagen klaar voor Opsporing Verzocht. Elke moeder herkent haar kind. Te weten dat je kind iemand zo heef toegetakeld en dan in alle rust gaat eten bij de Mac Donalds, is heel eng.”

Conny legde een verklaring af, wat tot op de dag van vandaag door Jan als verraad wordt gezien. “Hij was gewoon levensgevaarlijk, ik moest wel. Hij kreeg zeven jaar TBS met dwangverpleging. Het is niet uit te leggen hoe erg dat is.” Hij moest naar Vught en vervolgens naar het Pieter Baan centrum voor onderzoek. Daar werd hem verteld wat hij mankeerde: paranoïde schichofrenie.” Jan is in hoger beroep gegaan en heeft gevraagd voor een overplaatsing. Dat is gelukt, want hij werd overgeplaatst naar de Bijlmermeer gevangenis. Jan was toen 23. “Ik schrok zo erg over hoe hij eruit zag, ik herkende hem niet. Je kan je van alles indenken, maar dat werkt niet. Het is en blijft je kind. Hij zei dat ik hem had verraden en we kregen de grootste bonje.”

“Het voelde niet goed dat hij daar zat”

Het is volgens Conny een grove fout geweest dat haar zoon tot twee keer toe is overgeplaatst, zonder medicijnen. Hij heeft alleen om de twee weken een spuit gekregen, tot aan de overplaatsingen. In 2015 is er weer een overplaatsing aangevraagd naar Zoetermeer. Conny ging op bezoek en het viel haar op hoe weinig beveiliging er was. “Hij kon me zo pakken.” Op zondag 20 september 2015  kreeg Conny een onrustig gevoel. “Het voelde niet goed dat hij daar zat. Hij had te veel vrijheid en nam geen medicijnen. Maar ja, als je kind 18 is, krijg je niets meer te horen. Als moeder weet je niets. Ik was die woensdag er nog geweest, en op zondag belde mijn beste vriendin, dat een 25 jarige Hagenaar iemand had gegijzeld in de Zoetermeerse gevangenis. Vijf minuten later belde mijn zusje. Ik ben gaan bellen en hoorde dat het om Jan ging. Het voelde alsof mijn zoon was overleden.”

Op donderdag had Jan zijn hoofd voor de helft kaal geschoren. “Dan weet je dat er een zware psychose aankomt. Hij is naar de cel van een gevangene gegaan, heeft hem vastgebonden, mee genomen naar de recreatieve ruimte en heeft hem daar afgeslacht. De cipiers konden er niets aan doen, die hebben geen schuld. Maar dit had voorkomen kunnen worden. Hij zit nu voor altijd vast, TBS met dwangverpleging, voor onbepaalde tijd. Toen ik weer thuiskwam na het verhoor, dacht ik: waarom komt niemand mij condoleren?”

Tweeëneenhalf jaar was er geen contact. Toen Conny weer op bezoek ging, mocht ze mee naar zijn kamer. Een emotioneel moment voor haar. Jan liet zien hoe hij brood spaarde voor de vogels. Een tweede keer wist ze dat het niet goed zou uitpakken. “Je kent je eigen kind het beste, hoe erg zijn gedrag ook is. Hij voelde zich nog steeds verraden.” Sindsdien is er heel af en toe contact, via de telefoon. Soms belt hij en dan schrikt Conny enorm. “Dat is niet uit te leggen. Ik denk dat je beter je kind kan begraven. Het lukt me momenteel niet om naar hem toe te gaan.”

“Hij had te veel vrijheid”

Jan zit in een TBS kliniek, maar Conny voelt zich ook gevangen. “Het is verschrikkelijk. Ik gun dit mijn ergste vijand niet. Ik ben de eerste jaren heel boos geweest, ik voelde me machteloos. Zijn dossier is inmiddels gesloten, maar er zijn zoveel fouten gemaakt. Dat hij tot twee keer toe is overgeplaatst, eerst naar Bijlmer en vervolgens naar Zoetermeer, wat geen ruk voorstelt. Hij had te veel vrijheid. Hij wist precies wie van de gevangenen hij moest hebben, qua gewicht, en wie hij aankon. Hij had verstand van gewicht en wist dat hij iemand moest uitkiezen die niet zwaarder was dan 77 kilo.”

Ze geeft aan dat het iets beter met haar gaat. “Tot een jaar geleden ging het heel slecht met me. Ik ben toen hulp gaan zoeken. Ik had al jaren EMDR therapie gedaan. Ik ben in 2019 vijf weken naar Spanje gegaan, via de GGZ. Daar heb ik handvaten gekregen om hiermee te dealen. Dat was heel speciaal. Het is hard werken aan jezelf. Ik ben wel diep gegaan, maar dat was ook fijn. Ik weet nu zeker dat het niet aan mij ligt.”

“Ik ben net zo goed slachtoffer”

Hoe was Jan als kind? “Het was een heerlijk kind, vrolijk, ondernemend. Hij speelde graag buiten, vond het leuk om te vissen en varen, en zat op sport. Hij was gek op dieren. Hij had wel last van driftbuien op de lagere school, het was een adhd kind. Het driftige zat er al in, maar toen hij kleiner was kon ik het nog oplossen. Soms werden zijn ogen donkerder. Toen hij groter en sterker werd, ging het gewoon niet meer. Zijn leven is opgehouden op zijn twintigste. Hierdoor is mijn toekomst ook veranderd. Ik ben net zo goed slachtoffer, heb nooit hulp gekregen. Daar moest ik zelf achteraan. Ik kan niet meer werken, ik heb PTSS. Ik wandel drie keer in de week, verder ben ik veel thuis.”

Ze wilde nog een keer haar kant van het verhaal vertellen, wat er volgens haar fout is gegaan. Ze weet dat Jan niet zijn gedrag is. “Als ik hem voor me zie, zie ik Jan toen hij nog gezond was. Die mis ik.”