Nederland vergrijst: kan dat in 2050 nog thuis?

Foto: Pexels.com

Er ontstaan steeds meer initiatieven om te zorgen dat mensen langer thuis kunnen wonen. De Rijksoverheid wil dat al jaren, maar er zijn flink wat hobbels te nemen. De woonruimte is niet altijd geschikt. Ook lukt het niet altijd om passende ondersteuning en zorg te organiseren op het eigen adres. Dat het belangrijk is deze problemen op te lossen, blijkt wel uit een recent rapport van het CBS en Demografisch Instituut NIDI: in 2050 zijn er twee tot drie keer zoveel 80-plussers dan nu.

Thuis oud worden

Als al die 80-plussers in 2050 in verpleeg- of verzorgingshuizen terecht komen, hebben we natuurlijk heel veel van die plekken nodig. De vraag of dat haalbaar is, is natuurlijk belangrijk, maar nog belangrijker is wellicht de vraag wat al die 80-plussers zelf willen. Uit eerder onderzoek van het CBS blijkt dat een grote meerderheid van de nu 55-plussers zelf ook het liefst zo lang mogelijk in de eigen woning blijft.

Zorghulpmiddelen om verhuizing te voorkomen

In dit eerdere onderzoek dat in 2019 onder 3800 55-plussers werd gehouden, gaven respondenten massaal aan dat ze liever hun woning aanpassen als ze last krijgen van ouderdomsklachten, dan dat ze verhuizen. En dat is ook vaak nog best lang mogelijk. Bekend zijn natuurlijk de rollators en wandelstokken, maar er zijn inmiddels ook heel veel andere zorghulpmiddelen te koop.

Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens

Er zijn drempelhulpen, binnenrollators, toiletverhogers, wandbeugels, douchestoelen en -krukken, maar ook allerlei digitale opties, zoals telefoons met fotoknoppen en digitale datumklokken. Dat maakt het voor velen mogelijk om tot op hoge leeftijd gewoon op de plek te blijven wonen die thuis genoemd wordt: met een eigen woonkamer, toilet, badkamer en slaapkamer. Ingericht zoals je het zelf wil, levend volgens je eigen regels.

Zorg aan huis

Want daar gaat het natuurlijk vaak om: de meesten mensen moeten er niet aan denken om volgens de klok van een ander te leven, in een huis dat niet van hen is. Toch kan er ook thuis een moment komen dat je het moet doen met de klok van een ander – bij bepaalde klachten ontkom je niet aan zorg aan huis.

Een krimpende beroepsbevolking

En daar wringt natuurlijk de schoen: volgens de cijfers van het CBS zijn er in 2050 mogelijk 900.000 mensen nodig in verpleeghuizen en de thuiszorg. Dat zijn er 500.000 meer dan er nu werkzaam zijn. Dat kost een hoop geld, maar een groter probleem is dat die werknemers er überhaupt moeten zijn. Als er weinig migranten bijkomen, krimpt de beroepsbevolking met minstens een half miljoen mensen, zo stelt datzelfde rapport van het CBS.

Geschikte woonruimte

Ook is er dan een ernstig tekort aan (geschikte) woningen. Niet alleen het aantal ouderen stijgt, maar ook het aantal eenpersoonshuishoudens neemt waarschijnlijk flink toe. Nu al wordt verwacht dat we over tien jaar één miljoen woningen meer nodig hebben dan er nu zijn. De vraag is hoe die situatie eruit ziet over dertig jaar.

Een structurele oplossing: gezond oud worden

Maar dat er ook nu het één en ander nodig is, blijkt dus wel uit de vele zorg-aan-huis-initiatieven die ons land inmiddels rijk is. Het is natuurlijk erg fijn dat er behoorlijk wat mantelzorgers en thuiszorgmedewerkers de poten uit hun lijf rennen, maar een structurele oplossing is het niet. Hopelijk komt er nog een beleidsmaker met een briljant plan, maar eigenlijk is er maar één echte oplossing, zo ziet ook het CBS: zorgen dat we gezond oud worden. Dan kom je met alleen wat zorghulpmiddelen al een heel eind, precies op de plek waar je nu ook al zit.