Rutte: ik zal hulp nodig hebben bij nieuwe bestuurscultuur

Foto: ANP

VVD-leider Mark Rutte, die hoopt na de formatie een vierde kabinet te leiden, zal “hulp nodig hebben” bij aspecten van de nieuwe bestuurscultuur waar hij moeite mee heeft. “Dat weet ik van mezelf”, zei de liberale voorman in het debat. Hij verwacht dat zo’n nieuwe politieke cultuur leidt tot heftigere politieke debatten, ook tussen coalitiepartijen. Dit terwijl Rutte naar eigen zeggen juist de neiging heeft conflicten klein te houden en de nadruk te leggen op goede persoonlijke verhoudingen.

Na de geklapte verkenning en de rol van Rutte hierin, zeggen vrijwel alle partijen dat zaken anders moeten in Den Haag. De besluitvorming moet transparanter, en de Kamer moet een stevigere positie krijgen ten opzichte van het kabinet. Rutte wil dat de leiders van de coalitiepartijen niet meer de koers van een kabinet uitzetten tijdens het informele zogenoemde coalitieoverleg, maar dat die discussies in de ministerraad op vrijdag worden gehouden. “Die ministerraden zullen heel lang gaan duren. Daar zullen de grote maatschappelijke debatten heftig worden uitgevochten, aan de hand van wat mij betreft een beperkt regeerakkoord met duidelijke kaders.”

Als de fractieleiders en vicepremiers niet meer tijdens het coalitieoverleg zaken beklinken, kan dat tot grote conflicten leiden. Dat “is ingewikkelder voor mij, zeg ik eerlijk”, erkent Rutte. Dat komt volgens hem door zijn eigen stijl van politiek bedrijven. “En die stijl is dat ik het van belang vind dat de persoonlijke verhoudingen goed zijn” en dat conflicten niet “onnodig groot worden. Daar zal ik hulp bij nodig hebben”, zegt de VVD-leider. “Dat vraagt verdere reflectie van mij, mocht ik een kans hebben in de komende periode, om niet in de oude fouten te vallen.”

Ook dat de koers niet volledig wordt vastgelegd in een regeerakkoord “gaat spannend worden”, voorspelt Rutte. “Want ik denk dat kleine partijen in die formatie wensen hebben”, waarschuwt Rutte. Hij wijst naar medisch-ethische kwesties, waarvoor een progressieve meerderheid is, die erg belangrijk zijn voor de kleinere christelijke partijen. Als voorbeeld noemt hij ook de rechtse meerderheid voor een strenger migratiebeleid, wat bijvoorbeeld voor de tweede partij D66 een pijnlijk onderwerp is om op in te leveren.