Horecaondernemers en ANBB laten OMT-leden onder ede horen

Foto: Legal

Terwijl de overheid steeds meer geld investeert in een massale testsamenleving, wordt steeds duidelijker dat de wijze waarop zij ‘coronabesmettingen’ detecteert niet deugt. Ondanks dat wetenschappers, buitenlandse rechtbanken en zelfs de WHO steeds vaker kritiek uiten op het gebruik van de PCR-test bij COVID-19, zet onze overheid haar beleid vrolijk verder. Wat drijft onze politici eigenlijk?

Waarop testen wij precies?

Dat is maar de vraag. Moeten wij de overheid geloven, dan test zij of haar burgers besmet zijn met het COVID-19 virus. Hier gaat het mis. Allereerst is de term ‘besmetting’ niet eens juist, nu hooguit sprake kan zijn van een positief PCR-testresultaat. Niets meer of minder. De overheid zou er goed aan doen om haar burgers op een eerlijke manier te informeren.

De PCR-test kan niet worden ingezet om een diagnose te stellen, zoveel is zeker. Deze test kan met andere woorden niet vaststellen of iemand besmet, besmettelijk of ziek is. En dus ook niet of iemand ziek gaat worden. Het enige dat met de test kan worden aangetoond is of de testpersoon een ‘dood’ stukje genetisch materiaal van het virus in zijn lichaam draagt. Dit stukje kan bovendien weken tot maanden oud zijn. Hier stopt de test. Opmerkelijk is dat bijvoorbeeld OMT-lid Jaap van Dissel dit gewoon bevestigt. Toch lijkt dit nog steeds bij weinig mensen de ogen te openen.

Ook is geen geheim dat het protocol waarop de overheid haar test baseert wetenschappelijk zo lek is als een vergiet. Volgens een groot aantal PCR-deskundigen kent het protocol maar liefst tien gebreken. Sommige gebreken zijn zelfs ernstig te noemen. Ook dit leidt ertoe dat de wijze waarop de overheid haar burgers test ongeschikt is om COVID-19 vast te stellen. Nog los van het groot aantal vals positieve testresultaten dat het gevolg is van het massaal testen.

Kortom, het is niet duidelijk waar de overheid precies mee bezig is. In ieder geval niet hetgeen zij haar burgers voorhoudt. Om te achterhalen of iemand werkelijk ‘besmet’ is met COVID-19, wordt het beste de (huis)arts ingeschakeld. Deze onderzoekt de aanwezige symptomen en zou de PCR-test als onderdeel van zijn onderzoek kunnen inzetten. Mits correct toegepast natuurlijk.

Met de billen bloot

Enkele horecaondernemers, waaronder Won Yip en Laurens Meyer, vonden het tijd worden om de overheid hierover aan de tand te voelen. Zij worden hierbij ondersteund door de Algemene Nederlandse Burger Belangenvereniging, waarbij ook artsen zijn aangesloten.

Via een uitgebreid verzoekschrift hebben zij de Haagse rechtbank verzocht om onder meer OMT-leden Chantal Reusken, Marion Koopmans en Jaap van Dissel onder ede te horen. Ook demissionair Minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge wordt opgeroepen om tekst en uitleg te geven. Verder zullen enkele PCR-deskundigen en artsen worden verzocht om hun opinie te geven.

Eerder waren het Ministerie van Volksgezondheid en het RIVM reeds per brief gevraagd om opheldering te geven over het testbeleid. Het RIVM reageerde niet en de reactie vanuit het Ministerie bestond uit niet veel meer dan ‘dat de PCR-test wereldwijd bij COVID-19 als de gouden standaard wordt beschouwd’. Oftewel, men slaagt er niet in om het testbeleid te onderbouwen. Zoals verwacht, is op de vervolgbrief aan het Ministerie dan ook geen reactie meer ontvangen.

Sowieso gaat het argument van de overheid al even niet meer op. Zowel in wetenschappelijke artikelen in bijvoorbeeld The Lancet als in uitspraken van buitenlandse rechters wordt deze ‘gouden standaard’ status afgeschoten. Voer genoeg dus voor het getuigenverhoor.

Samen krijgen wij de overheid onder controle

Het zal een kwestie van tijd zijn, maar aan het eind van de rit zal de overheid niet anders kunnen dan haar gebrekkig testbeleid te staken. De verwachting is dat het dan snel afgelopen zal zijn met de angstaanjagende ‘besmettingscijfers’ en coronamaatregelen die hierop zijn gebaseerd.

Over de auteur: Niels Vanaken is advocaat bij Open Legal Advocaten en oprichter van Stichting Corona Onderzoek. Hij staat met name ondernemers bij op diverse juridische terreinen.