Wilders ‘kan niks’ met nieuwe beschuldigingen tegen Graus

Foto: ANP

PVV-leider Geert Wilders is niet van plan zijn fractiegenoot Dion Graus aan te spreken op seksueel grensoverschrijdend gedrag, zolang beschuldigingen daarvan niet zijn bewezen. “Ik ben geen strafrechter”, zegt hij. “Ik ben met beide handen op de rug gebonden.” Hij benadrukt dat het om anonieme aantijgingen gaat, die Graus zelf tegenspreekt.

Wilders zegt “vermoedens” te hebben wie de voormalige fractiemedewerkster is die volgens NRC haar beklag heeft gedaan over seksuele intimidatie door Graus. Maar hij heeft haar daar niet over gesproken. Hij vindt het ook niet zijn verantwoordelijkheid als partijleider om dat uit te zoeken. Dat is aan politie en justitie, omdat het om “vermeende strafbare feiten” gaat, vindt hij. “Ik ben geen strafrechter of officier van justitie. Ik heb niet de middelen of de bevoegdheid.”

De enige manier om boven tafel te krijgen wat er precies is gebeurd, is volgens Wilders aangifte doen. “Man en paard benoemen.” Toch roept hij de oud-fractiemedewerkster daar niet toe op. “Dat moet die vrouw zelf beslissen.”

Graus is eerder door zijn ex-vrouw ervan beschuldigd dat hij haar tot seks met zijn beveiligers heeft gedwongen. Zij deed wel aangifte tegen hem, maar trok die later weer in. De Rijksrecherche heeft een onderzoek ingesteld naar nieuwe informatie die de vrouw later nog aanleverde.

Voorzitter Vera Bergkamp van de Tweede Kamer noemt het beeld dat het NRC-artikel schetst “niet fraai” en wijst op de voorbeeldfunctie van parlementariërs. Tegelijkertijd hamert ook zij op het belang van aangifte doen bij strafbare feiten. “Als er iets gebeurt: doe er wat mee. Ga naar de politie of naar een vertrouwenspersoon. Verantwoordelijkheid van mensen zelf speelt ook een belangrijke rol in wat we kunnen doen.”

Bergkamp wijst erop dat erop dat fractievoorzitters “een eigen, zelfstandige verantwoordelijkheid” hebben om te zorgen dat medewerkers veilig hun werk kunnen doen. Op de vraag of Wilders die verantwoordelijkheid neemt in de kwestie-Graus, wil zij niet ingaan. Zij kan dat ook niet afdwingen, hooguit “stimuleren of een beroep doen”, benadrukt ze.