Minister wil ook dat fysiek onderwijs de norm blijft

Foto: ANP

Fysiek onderwijs moet de norm blijven, vindt demissionair minister Ingrid van Engelshoven van Onderwijs. Maar er moet wel “genuanceerd” naar worden gekeken. “Digitaal onderwijs is niet altijd verkeerd”, zei ze in een debat in de Kamer over het mbo en hoger onderwijs ten tijde van corona.

In de Kamer was enige onrust ontstaan nadat een mbo-school in Rotterdam had aangekondigd na de zomer door te willen gaan met online lessen. “Afstandsonderwijs mag nooit normaal worden”, zei Jan Paternotte (D66). “Digitaal was een noodoplossing”, aldus Harm Beertema (PVV).

Partijen maken zich zorgen dat online les zal worden gebruikt als een verkapte bezuiniging. Door het coronavirus was het onderwijs in het mbo, hbo en de universiteit de afgelopen vijftien maanden bijna volledig digitaal. Het leidde onder meer tot eenzaamheid bij studenten.

Van Engelshoven snapt het sentiment dat iedereen nu weer naar fysiek naar college wil gaan. “Het is ontzettend belangrijk dat leerlingen en docenten elkaar ontmoeten op school.” Maar ze wees er ook op dat er al voor de coronacrisis een trend was om te kijken naar digitaal onderwijs.

Er zijn wel criteria voor online activiteiten. Het mag volgens de minister nooit gebeuren uit kostenoverweging of efficiency. “Het moet meerwaarde hebben voor de kwaliteit van het onderwijs.” Ze wees er ook op dat digitaal onderwijs niet goedkoper is dan fysiek les geven.

Digitaal onderwijs kan volgens haar goed als er bijvoorbeeld docenten uit meerdere landen betrokken zijn. Verder kan een extra online spreekuur van docenten iets toevoegen en kan digitaal tentamineren voor een student met een functiebeperking heel behulpzaam zijn.

Een motie van de SP, gesteund door D66, Volt en Partij voor de Dieren, dat fysiek onderwijs in het mbo en hoger onderwijs de norm is en dat er “behoudens dwingende omstandigheden alleen bij hoge uitzondering” van mag worden afgeweken, ging de minister te ver. Ze vond de formulering “te beperkend”.