Bijna alle leerlingen op het vmbo, havo en vwo zijn vorig jaar geslaagd. Volgens het CBS varieerden de slagingspercentages van 98 procent voor leerlingen op de havo tot 99,5 procent voor vmbo-g-leerlingen in het schooljaar 2019/2020. Dat is hoger dan een jaar eerder. Toen lagen de slagingspercentages voor havisten en vwo’ers rond de 90. Bij de beroepsgerichte opleidingen van het vmbo liggen deze percentages al enkele jaren boven de 95.
Door de coronapandemie ging in het schooljaar 2019/20 het centraal examen niet door. De examenuitslag werd bepaald door de uitkomst van het schoolexamen. Wel kregen leerlingen de mogelijkheid om voor twee (havo, vwo, vmbo-g en vmbo-t) of drie (vmbo-b en vmbo-k) vakken een resultaatverbeteringstoets te doen.
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek slaagden iets meer meisjes dan jongens. Ook behaalden ze gemiddeld hogere cijfers dan jongens.
Het slagingspercentage voor meisjes op de havo bedroeg vorig jaar 98 en voor jongens 97. “Een jaar eerder waren de rollen met respectievelijk 88 procent en 89 procent omgedraaid”, aldus het CBS. Op het vwo was het slagingspercentage vorig jaar voor meisjes 99 en voor jongens 98. In 2018/2019 was dat achtereenvolgens 90 en 91.
Dit schooljaar (2020/2021) werd het centraal examen wel afgenomen, maar kregen de examenkandidaten ruimere mogelijkheden om het examen af te leggen. De gegevens van het huidige schooljaar zijn nog niet beschikbaar. Dat komt omdat het derde tijdvak precies ook dinsdag begint en dat ook die mensen dan op 15 juli (volgende week donderdag) weten of ze zijn geslaagd.