Drugszaak Piet Costa verder met nieuwe rechters

Foto: ANP

De grote drugszaak rond Roger P., alias Piet Costa, kan vooralsnog doorgaan volgens de huidige planning, met nieuwe rechters. De vorige rechters besloten te stoppen omdat zij Franse staatsgeheimen over het ontsleutelen van de geheime chatdienst EncroChat hadden ingezien en andere procesdeelnemers niet. De nieuwe rechters hebben waarschijnlijk voldoende tijd om zich in te lezen, zodat de inhoudelijke behandeling van de strafzaak vanaf 15 november kan doorgaan. Er zijn maar vijftien dagen uitgetrokken voor de behandeling.

De vorige rechters hadden stukken gelezen waarbij gevoelige informatie niet zwart was gemaakt, terwijl bijvoorbeeld de advocaten van de verdachten die ongeschoonde versie niet mogen ontvangen. “Volgens het Openbaar Ministerie maakt die ongeschoonde versie geen deel uit van de processtukken en kan nooit onderdeel worden van het dossier en mogen zaaksofficieren en verdediging daarvan geen kennis krijgen”, zo staat in de schriftelijke toelichting op de verschoning van de rechtbank eind juli.

Door de hack van de Nederlandse en Franse politie kwamen ongeveer 20 miljoen berichten in handen van de politie. Meerdere strafzaken kwamen door die hack aan het rollen.

Roger P. wordt onder meer verdacht van smokkel van in totaal zo’n 4800 kilo cocaïne, die in 2015 en 2016 de havens van Antwerpen en Rotterdam zijn binnengebracht. Samen met Piet Costa, die te boek staat als een door de wol geverfde drugsbaron, staan nog negen verdachten terecht.

Een aantal van hen staat ook terecht in het proces rond de zogeheten martelcontainers in Wouwse Plantage. Justitie beschouwt P. als de opdrachtgever van de bouw en inrichting van die containers en de bijbehorende ‘onderwereldgevangenis’. Zowel deze als de drugszaak kwam door de grote hack van EncroChat aan het rollen.

Afgelopen donderdag was in de zaak rond de martelcontainer een nieuwe voorbereidende zitting. De advocaten van Roger P. zetten toen grote vraagtekens bij de manier waarop de hack is uitgevoerd. Zij vermoeden dat het wellicht niet rechtmatig is gegaan en dat er daarom, nadat de informatie al binnen was, is besloten de stempel ‘staatsgeheim’ erop te plakken. Die vermoedens werden maandag herhaald. “Vanaf wanneer is er sprake van een staatsgeheim, meteen al of pas op een later moment?”, vroeg advocaat Tony Boersma zich af.

De zaak gaat op 20 september verder met opnieuw een voorbereidende zitting. Dan zal duidelijk worden of er inderdaad half november inhoudelijk begonnen kan worden met de zaak.