Rutte vindt dat Kamerlid niet tegelijk bewindspersoon kan zijn

Foto: ANP

Als er weer nieuwe bewindslieden benoemd moeten worden in het huidige demissionair kabinet, zullen er in principe geen Tweede Kamerleden meer benoemd worden. Dat heeft demissionair minister-president Mark Rutte woensdag toegezegd tijdens een debat. Toch liet hij een opening voor vergelijkbare benoemingen in de toekomst.

De Kamer debatteert over de benoeming van drie staatssecretarissen (Dilan Yeşilgöz-Zegerius en Dennis Wiersma van de VVD en Steven van Weyenberg van D66) die toetraden tot het demissionaire kabinet maar tegelijk lid bleven van de Tweede Kamer. Het kabinet dacht dat dat kon, maar is na advies van de Raad van State en geluiden uit de Kamer van mening veranderd, zei Rutte. De Raad van State schreef in een advies dat de benoemingen “uit grondwettelijk oogpunt ongelukkig” zijn. Ook de Kamer is eensgezind dat het niet goed is als bewindslieden in het parlement zitten, en zo het kabinet waar zij in zitten moeten controleren.

“Ik denk dat het beter was geweest – gegeven de demissionaire status – als wij langer stil hadden gestaan bij de gevoeligheid hiervan”, verklaarde Rutte. Hij vindt ook dat het kabinet de Kamer er “zelf actief op had kunnen wijzen dat dit speelde zodat je daar ook met elkaar een discussie over had kunnen voeren. Explicieter dan nu gebeurd is. Zo gebeurt het niet meer”. Dat het demissionaire kabinet de kwestie niet meer met de Kamer heeft besproken, was ook een deel van de kritiek van de Raad van State.

Rutte sloot niet uit dat er toch Kamerleden gevraagd worden om demissionair minister of staatssecretaris te worden, maar hij zal er dan op aandringen dat zij hun Kamerlidmaatschap opzeggen. Ook sloot hij niet uit dat kabinetten en Kamerleden in de toekomst anders naar de kwestie zullen kijken. Dan moet er opnieuw over nagedacht worden, aldus de minister-president. Rutte zei het zelf niet meer op deze manier te doen.

De Kamer vindt in meerderheid dat deze situatie niet meer moet voorkomen. De partijen verschillen wel van mening hoe het moet worden opgelost.

De drie staatssecretarissen besloten uiteindelijk hun Kamerzetel op te geven. Ze schreven in een gezamenlijke brief dat ze dat deden om te voorkomen dat het debat in de Kamer over hun individuele benoemingen zou gaan.